1. Bereid de opdracht goed voor door deze te lezen en een hulpbriefje te maken. Hierop schrijf je Franse steekwoorden- en zinnetjes op.
2. Schrijf een kladversie aan de hand van de steekwoorden en zinnen op je briefje.
3. Zoek woorden die je niet kent op in een woordenboek.
4. Controleer of je alle woorden goed hebt geschreven en verbeter de fouten.
5. Tel je woorden en zorg dat je binnen de gegeven marge zit.
6. Schrijf als laatste je nette, definitieve versie met alle verbeteringen, zodat je zeker weet dat alles goed is.