(2) Grammatica subjectpredicaat 1.4

Welkom!

  • Telefoon in je tas
  • Ga rustig zitten 
  • Pak je spullen


1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

  • Telefoon in je tas
  • Ga rustig zitten 
  • Pak je spullen


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Grammatica: subject predicaat verbinding 1.4

Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden





Vandaag


Les 3, week 4



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 
  1. Hoe zat het ook alweer met....
  2. Goedlopende tekst schrijven aan de hand van doen en zijn betekenissen
  3. Zelf aan de slag

Slide 3 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
1a

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wij zitten naast elkaar zodat we kunnen samenwerken.
  • Wij / zitten / naast elkaar / zodat / we / kunnen / samenwerken.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Een slak kan drie jaar slapen zonder te eten.
  • Een slak / kan / drie jaar / slapen / zonder te eten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Als ik volwassen ben, ga ik een wereldreis maken.
  • Als / ik / volwassen / ben, / ga / ik / een wereldreis / maken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lars heeft een tien gekregen voor zijn werkstuk.
  • Lars / heeft / een tien / gekregen / voor zijn werkstuk.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Mijn neef Xander is de beste voetballer uit onze familie.
  • Mijn neef Xander / is / de beste voetballer / uit onze familie.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Omdat mijn ouders lang zijn, word ik waarschijnlijk ook lang.
  • Omdat / mijn ouders / lang / zijn, / word / ik / waarschijnlijk / ook lang.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1b

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wij zitten naast elkaar zodat we kunnen samenwerken.
  • Wij / zitten / naast elkaar / zodat / we / kunnen / samenwerken.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Een slak kan drie jaar slapen zonder te eten.
  • Een slak / kan / drie jaar / slapen / zonder te eten.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Als ik volwassen ben, ga ik een wereldreis maken.
  • Als / ik / volwassen / ben, / ga / ik / een wereldreis / maken.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Lars heeft een tien gekregen voor zijn werkstuk.
  • Lars / heeft / een tien / gekregen / voor zijn werkstuk.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Mijn neef Xander is de beste voetballer uit onze familie.
  • Mijn neef Xander / is / de beste voetballer / uit onze familie.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Omdat mijn ouders lang zijn, word ik waarschijnlijk ook lang.
  •  Omdat / mijn ouders / lang / zijn, / word / ik / waarschijnlijk / ook lang.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

1c

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wij zitten naast elkaar zodat we kunnen samenwerken.
  • Wij / zitten / naast elkaar / zodat / we / kunnen / samenwerken.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Een slak kan drie jaar slapen zonder te eten.
  • Een slak / kan / drie jaar / slapen / zonder te eten.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Als ik volwassen ben, ga ik een wereldreis maken.
  • Als / ik / volwassen / ben, / ga / ik / een wereldreis / maken.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Lars heeft een tien gekregen voor zijn werkstuk.
  • Lars / heeft / een tien / gekregen / voor zijn werkstuk.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Mijn neef Xander is de beste voetballer uit onze familie.
  • Mijn neef Xander / is / de beste voetballer / uit onze familie.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Omdat mijn ouders lang zijn, word ik waarschijnlijk ook lang.
  •  Omdat / mijn ouders / lang / zijn, / word / ik / waarschijnlijk / ook lang.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Goed lopende tekst
  • Vorige les is er gezocht naar doen en zijn betekenissen in een tekst
  • Dat doen we deze opdracht omgekeerd
  • Jullie krijgen nu de doen en zijn betekenissen en deze verwerken jullie in een goedlopende tekst. 

Slide 25 - Slide

Vorige keer hebben we in duo's gezocht naar 'doen en zijn' betekenissen in de zinnen van een tekst. We gaan dat nu omgekeerd doen. De gegeven 'doen en zijn' betekenissen gaan jullie verwerken in een goedlopende tekst. 
Eisen aan de tekst
  • De tekst moet leesbaar zijn als een goedlopend verhaaltje en de betekenissen moeten in de volgorde verwerkt worden zoals je ze ziet staan
  • Om de tekst levendig te maken, kun je gebruik maken van de volgende woordjes:
  • verbindingswoordjes zoals: toen, dus, want, maar
  • woordjes als: opeens, nog, al
  • en door het toevoegen van hulpwoorden als: willen, kunnen hebben
timer
15:00

Slide 26 - Slide

Deze tekst moet te lezen zijn als een logisch verhaaltje en de betekenissen moeten worden verwerkt volgens de volgorde die je ziet staan. Om de tekst levendig te maken kun je verbindingswoordjes zoals: toen, dus, want, maar of woordjes als: opeens, nog, al en door het toevoegen van hulpwoorden als: willen, kunnen hebben

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Waar? 
Bladzijde 58-59

Welke opdrachten?
1 tot en met 3

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Ja
timer
13:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions