Les 4 - Auto(snel)weg en Bevoegde personen

• Wereldburgerschap
• Hoger onderwijs

Les 4

Wat doen we thuis?

- We lezen in ons boek op p. 62-65

- we herhalen p. 72-74

- We maken oefeningen op de gsm

- We maken de oefeningen op het papier

- we studeren minimum 5 moeilijke woorden

Juist of fout?

Autoweg

Autosnelweg

Wie mag NIET op de autoweg

Wie mag NIET op de autosnelweg

De minimumsnelheid op de autosnelweg is ...

1. 90 km/u
2. 120 km/u
3. niet gezegd
4. 70 km/u

Op de autoweg binnen de bebouwde kom rijd ik

1. 70 km/u
2. 50 km/u
3. 120 km/u
4. 30 km/u

Wie mag niet op de autoweg?

1. een prioritair voertuig
2. een landbouwvoertuig
3. een personenwagen
4. een autocar

Wat is toegelaten op de autosnelweg?

1. een voertuig slepen
2. op de pechstrook rijden
3. achteruitrijden om de afrit te nemen
4. 70 km/uur rijden

Op de volgende pagina 

vind je een oefening over de autosnelweg en de autoweg.

Klik op de weblink.

https:

Op de volgende pagina

vind je een test. Klik op de link en doe de test!

https:

Bevoegde personen

pagina 72-74

Wie zie je op de foto?

1. een ambulancier
2. een brandweerman
3. een agent
4. een politiewagen

Welk bevel geeft de agent?

1. alle bestuurders moeten stoppen
2. alle weggebruikers moeten stoppen
3. de bestuurders die van links en rechts komen moeten stoppen
4. de bestuurders die de buik van de agent zien moeten stoppen

De witte auto ...

1. moet stoppen, want het is rood
2. mag doorrijden, want dat is het bevel van de agent
3. moet stoppen, want ik zie het verkeersbord 'stop'
4. mag niet naar rechts afslaan

Wat mag de gemachtigde opzichter doen?

1. Hij mag boetes geven
2. Hij mag optreden als politieagent
3. Hij mag auto's doen stoppen als er geen lichten zijn

Ik zie in mijn achteruitkijkspiegel een prioritair voertuig.

1. Ik stop onmiddellijk.
2. Als ik de sirene hoor en de zwaailichten werken, maak ik plaats
3. Als de zwaailichten branden, maak ik de doorgang vrij.
4. Ik begin te versnellen.