Hoofdstuk 2 - tl3

H2 - Plaats en Afstand - tl3
Samenvatting 
HW controle
spullen op orde?
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2 - Plaats en Afstand - tl3
Samenvatting 
HW controle
spullen op orde?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Koers en kaart
Leerdoelen:
Je kan met je kompasroos de koers bepalen en aflezen
Je kan afstanden van de kaart aflezen met behulp van schaal

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De koershoekmeter/kompasroos
Leg het noorden altijd omhoog
Leg het kleine rondje op de plaats van vertrek
Draai de rode lijn naar de plaats van bestemming

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

5.3 Welke lijn van de kompasroos ligt er op 0°?
A
Het noorden
B
Het oosten
C
Het zuiden
D
Het westen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke windrichting hoort bij een koers van 225 graden?
A
NoordWest
B
ZuidWest
C
ZuidZuidOost
D
NoordNoordWest

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Op een atlaskaart staat altijd een schaal. Wat kun je met de schaal?
A
Zien hoe veel mensen er in een land wonen
B
De werkelijke afstand berekenen
C
Zien hoe groot een berg is
D
Zien welke bevolking er in een bepaald gebied woont

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Rekenen met schaal.

Wat betekent schaal 1 : 100
A
1 cm in de tekening is in werkelijkheid 100 cm
B
100 cm in de tekening is in werkelijkheid 1 cm
C
1 cm in de tekening is in werkelijkheid 100 m

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Zet de lengte maten in volgorde van groot naar klein
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Hoogtelijnen
Leerdoel:
Je kan een kaart met hoogtelijnen aflezen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoogtelijnen
Dankzij hoogtelijnen kunnen we van een kaart meer informatie krijgen over het landschap.

De getallen bij de lijnen zijn de hoogten in meters.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat is de afstand
tussen de hoogtelijnen?
A
450 m
B
150 m
C
10 m
D
50 m

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Kan het hoogste punt op 470 meter liggen?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Doorsnede en lichaamsdiagonaal
Leerdoelen:
Je kan de doorsnede van een ruimtefiguur op ware grootte tekenen
Je kan de lengte van de lichaamsdiagonaal berekenen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Doorsnede
Stap 1: welke zijden weet je al?
Zijde PQ en CG zijn 2
Stap 2: welke zijden moet je nog berekenen?
GQ en CP
Stap 3: maak een schets
Zie de tweede afbeelding
Stap 4: bereken GQ met pythagoras
Stap 5: teken de doorsnede

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Lichaamsdiagonaal
Verlengde stelling van Pythagoras
Stap 1: Zoek een route van E naar C in 3 stappen (over de zijden)
Stap 2: Vul de verlengde stelling van Pythagoras in

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is hier de doorsnede
A
Vlak ABCD
B
Vlak BCGF
C
Vlak HGBA
D
Vlak ABGH

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

In de balk ABCD EFGH is doorsnede
EKLH getekend. Teken doorsnede
EKLH op ware grootte. Wat zijn de
afmetingen van je doorsnede?

A
4cm x 5,8cm
B
4cm x 3,5cm
C
4cm x 6,2cm
D
6cm x 6,2cm

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

De lichaamsdiagonaal is
A
AB
B
AG
C
AC
D
EG

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang is de lichaamsdiagonaal BH?
A
BH = 43 cm
B
BH = 3,3 cm
C
BH = 6,6 cm
D
BH = 11 cm

Slide 31 - Quiz

A = wortel vergeten, wel kwadraten gedaan
B = ze hebben geen kwadraten gedaan, wel een wortel
C= goed antwoord
D= alleen de kz opgeteld, geen wortel en geen kwadraat.
Bereken de
lichaamsdiagonaal.

A
6,0
B
5,385..
C
4,690..
D
4,898..

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions