5h - leesstrategie (examenbundel)

Lezen 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lezen 

Slide 1 - Slide

Die Planung
die erste Unterrichtsstunde
  • (examen) leesstrategieën (H)
  • Selbsteinschätzung

*Examenbundel
die zweite Unterrichtsstunde
  • Lesen
  • Wortschatz + Signalwörter (H)

*examenbundel + methode
die dritte Unterrichtsstunde
  • Sprechen
  • Prüfung Wortschatz
*methode + HCE Examenidiom
*materiaal meenemen voor elke les
(am Mittwoch lesen, am Donnerstag sprechen)

Slide 2 - Slide

Strategieën helpen je om sneller tot een beter tekstbegrip te komen blz. 70 :
Leesstrategie A: voorspellen
Leesstrategie B: skimmen
Leesstrategie C: voorkennis gebruiken
Leesstrategie D: structuur ontdekken + gebruiken
Leesstrategie E: scannen (selectief lezen)
Leesstrategie F: gedetailleerd lezen
Leesstrategie G: woordbetekenissen afleiden of raden




Slide 3 - Slide

Strategieën helpen je om sneller tot een beter tekstbegrip te komen blz. 70 :
Leesstrategie A: voorspellen

plaatjes    , titel, opvallende woorden , leestekens  : "" -






Slide 4 - Slide

Strategieën helpen je om sneller tot een beter tekstbegrip te komen blz. 70 :
Leesstrategie B: skimmen
  snel en globaal lezen 

lange tekst: lees inleiding en slot 
korte tekst: eerste en laatste alinea





Slide 5 - Slide

Strategieën helpen je om sneller tot een beter tekstbegrip te komen blz. 70 :

Leesstrategie C: voorkennis gebruiken

wat weet je al ? Je hoeft niet ieder woord te begrijpen om de tekst te kunnen volgen 




Slide 6 - Slide

Strategieën helpen je om sneller tot een beter tekstbegrip te komen blz. 70 :

Leesstrategie D: structuur ontdekken + gebruiken

hoe verhouden zich alinea's tot elkaar / herkennen van verwijzingen, voorbeelden, conclusies enz

Let op tijdsbepalingen en signaalwoorden !!




Slide 7 - Slide

Strategieën helpen je om sneller tot een beter tekstbegrip te komen blz. 70 :

Leesstrategie E: scannen (selectief lezen)

Vraag naar een bepaald gegeven? 
Niet de hele tekst lezen, zoek bepaalde kernwoorden en lees dat stukje eromheen




Slide 8 - Slide

Strategieën helpen je om sneller tot een beter tekstbegrip te komen blz. 70 :
Leesstrategie A: voorspellen
Leesstrategie B: skimmen
Leesstrategie C: voorkennis gebruiken
Leesstrategie D: structuur ontdekken + gebruiken
Leesstrategie E: scannen (selectief lezen)
Leesstrategie F: gedetailleerd lezen
Leesstrategie G: woordbetekenissen afleiden of raden




Slide 9 - Slide

Text F2
1. Waar gaat de tekst over? 
Vertaal de titel.

2. Wat kun je nog meer over de 
tekst vertellen?

Text
loven = prijzen, eer bewijzen
Oriëntatie vooraf:
- titel, inleiding
- illustratie
- (type) vragen
- bronvermelding (A5 > veel gebruikte bronnen)
Fragen
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Waarom looft de ondernemer-
chefin Lencke Wischhusen rookpauzes?


loven =
prijzen, eer bewijzen
Er wordt hier naar een reden gevraagd.
Deze vraag heb je je zelf waarschijnlijk ook gesteld bij 'oriëntatie'.
timer
3:00

Slide 11 - Slide

Warum lobt Unternehmer-Chefin Lencke Wischhusen Rauchpausen?
A
Sie findet es wichtig, dass ihre Mitarbeiter durch die Rauchpausen mal von der Arbeit loskommen.
B
Sie freut sich über die freundschaftliche Atmosphäre, die durch die Rauchpausen entsteht.
C
Sie hat festgestellt, dass die Arbeitsproduktivität nach einer Rauchpause höher ist.
D
Sie meint, dass die Rauchpausengespräche vorteilhaft für das Unternehmen sind.

Slide 12 - Quiz

Wie verhält sich der Satz 'Allerdingsfreue ...
 Rauchen loskomme.' (zweitletzter Satz) zum 
vorangehenden?
timer
3:00
Er wordt hier naar een verband gevraagd.
Markeer beide zinnen (met een andere kleur). Staat er een signaalwoord in? Onderstreep deze extra. Geef antwoord:

In zin A staat er dat ............, en in zin B staat er.......... Zin B is daarom een beperking / concretisering / samenvatting / conclusie. 

Slide 13 - Slide

Jetzt die Kategorien

Slide 14 - Slide

Wie verhält sich der Satz 'Allerdings freue ... Rauchen loskomme.' (zweitletzter Satz) zum
vorangehenden?
A
Einschränkung
B
Konkretisierung
C
Schlussfolgerung
D
Zusammenfassung

Slide 15 - Quiz

Und jetzt...?
  • Oefen zelfstandig uit het examenbundel.

  • We zullen niet klassikaal alles bespreken.

  • Bij onderdeel D (strategieën) maak je zelfstandig
  • onderdeel E vind je examenteksten MET uitwerkingen. Lees de uitwerkingen goed door. Hoe vind je de antwoorden in teksten? Waar moet je op letten?

  • Dat wordt duidelijk als je eerst zelf de vragen maakt en daarna zelf controleert met de uitwerkingen.
  • NU: Maken tekst blz. 114 -116 ‚das Truthahnparadies‘ en blz. 116 ‘Nachnamen’   

Slide 16 - Slide

Geef het stappenplan 'oriëntatie'.

Slide 17 - Open question

Schat jouw woordenschat.
1 = heel slecht (ik begrijp niets)
10 = uitstekend
010

Slide 18 - Poll

Schat jouw Duits leestalent.
1 = heel slecht (ik begrijp echt niets van Duitse teksten)
10 = uitstekend (ik kan alles uitstekend volgen, maar sommige vragen blijven toch lastig)
010

Slide 19 - Poll

Tschüs, bis Mittwoch!

Slide 20 - Slide

Vorbereitung SE3  Examen Deutsch

Slide 21 - Slide

Die Planung
die erste Unterrichtsstunde
  • (examen) leesstrategieën (H)
  • Selbsteinschätzung

*Examenbundel
die zweite Unterrichtsstunde
  • Lesen
  • Wortschatz + Signalwörter (H)

*Examenbundel + methode
die dritte Unterrichtsstunde
  • Sprechen
  • Prüfung Wortschatz
*Methode + HCE Examenidiom
*materiaal meenemen voor elke les
(am Mittwoch lesen, am Donnerstag sprechen)

Slide 22 - Slide

Geef het stappenplan 'oriëntatie'.

Slide 23 - Open question

Text F3
1. Waar gaat de tekst over? 
Vertaal de titel.

2. Wat kun je nog meer over de 
tekst vertellen?

Text
Oriëntatie vooraf:
- titel, inleiding
- illustratie
- (type) vragen
- bronvermelding (A5 > veel gebruikte bronnen)
Fragen

Slide 24 - Slide

Text F3
Welche Ergänzung passt in die Lücke in 
Zeile 2?

A Ärger
B Euphorie
C Hysterie
D Ungeduld  
Vertaal deze woorden.
En wat betekenen ze?

Slide 25 - Slide

Text F3
Welche Ergänzung passt in die Lücke in 
Zeile 2?

A Ärger       = ergenis
B Euphorie = gevoel van extreem grote 
                      vreugde
C Hysterie   = overdreven paniek / angst
D Ungeduld = ongeduld (niet kunnen wachten)

Slide 26 - Slide

Welche Ergänzung passt in die Lücke in Zeile 2?
A
Ärger
B
Euphorie
C
Hysterie
D
Ungeduld

Slide 27 - Quiz

Text F3
“‘Unverschämtheit’, ‘Sauerei’, ‘So geht man
nicht mit Kunden um’” (regel 4-5)

Welke drie kritiekpunten van de klanten
van Vente-Privée worden in de tekst
genoemd?
Hoe ga je dat doen?
1. Wat is kritiek?
2. Blijkbaar worden er 3 kritiekpunten genoemd. De klanten hebben dus opmerkingen over de gang van zaken bij 'uitverkoop op internet'. Kijk naar signaalwoorden voor opsommingen. 
3. Markeer in de tekst de gevonden antwoorden.

Slide 28 - Slide

De kern van een goed antwoord bestaat uit de volgende drie elementen:
• De artikelen zijn snel uitverkocht 1
• De zoekmachine werkt niet (goed) 1

• Op tijden dat er wel spullen zijn, moeten de meeste mensen werken /
Het later nog een keer proberen kunnen alleen huisvrouwen en werklozen / 
Als de producten opnieuw aangeboden worden, hebben alleen huisvrouwen en werklozen tijd 1

Slide 29 - Slide

Und jetzt...?
  • Oefen zelfstandig uit het examenbundel.

  • We zullen niet klassikaal alles bespreken.

  • Bij onderdeel 2.3 (strategieën) en onderdeel G vind je examenteksten MET uitwerkingen. Lees de uitwerkingen goed door. Hoe vind je de antwoorden in teksten? Waar moet je op letten?

  • Dat wordt duidelijk als je eerst zelf de vragen maakt en daarna zelf controleert met de uitwerkingen.

Ook niet onbelangrijk: Hoe denken examenmakers?

Slide 30 - Slide

Hoe heb je tot nu toe voor Duits leesvaardigheid wekelijks geoefend?

Slide 31 - Open question

Hoe lang besteed je wekelijks aan het vak Duits voor lezen en woordenschat?
A
minder dan 1 uur
B
1,5 - 3 uur
C
3-4 uur
D
4+ uur

Slide 32 - Quiz

Jezelf verbeteren!
1. Noteer de opdrachten uit het Examenbundel die je gaat maken.
2. Noteer andere concrete taken die je gaat doen om jouw leesvaardigheid / tekstbegrip te verbeteren.

Slide 33 - Open question

Welche Buchstaben spricht man im Deutschen anders aus? (8)

Slide 34 - Open question

In het Duits spel je de meeste letters net zoals in het Nederlands, behalve deze:
c-tsee
g-gay
j-jot
q-koe
u-oe
v-vau
y-upsilon
z-tset

Slide 35 - Slide

Umlaut

Slide 36 - Slide

An die Arbeit
Übersetze und ergänze die Sätze.


Was? Aufgabe 5 bis einschließlich 7
Wie? Individuell
Wieso? Wortschatz erweitern, achten auf Satzbau
timer
10:00

Slide 37 - Slide

An die Arbeit (Buch)
Mache: Kapitel 8 Aufgaben 5 bis einschließlich 8 

(inklusive Vortrag ‚nach der Schule‘)

Lerne Idiom K14-20

timer
10:00

Slide 38 - Slide

Nach der Schule
Bereite einen Vortrag zum Thema Nach der Schule vor. 
> Was wirst du nächstes Jahr machen?
(Studieren, arbeiten, ins Ausland gehen)
timer
5:00

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Gibt es Fragen zu den Hausaufgaben?

Slide 41 - Slide