This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
1.4 de opstand
deel 1
Slide 1 - Slide
Programma
wat?
hoe?
tijd?
Terugblik
klassikaal
5 min
uitleg 1.4 deel 1
klassikaal
15 min
zelfstandig werken
klassikaal
15 min
Slide 2 - Slide
Misstanden
kerk vraagt veel geld van de burgers
geestelijken houden zich niet aan de regels vd kerk (trouwen etc.)
aflaten
beeldenverering
geestelijken voeren hun werk niet goed uit
Slide 3 - Slide
wie was Luther?
A
iemand die de boekdrukkunst heeft uitgevonden
B
Iemand met een heel groot rijk
C
Iemand die zich verzette tegen de kerk en een nieuwe stroming ontwikkelde in het Christendom
D
Iemand die een boerenjongen was.
Slide 4 - Quiz
Luther wilde
A
de macht van de kerk vergroten
B
de kerk hervormen
C
de kerk afschaffen
D
dat de regels van de kerk de basis waren voor geloof
Slide 5 - Quiz
Nadat Luther werd verbannen uit de kerk kozen veel vorsten partij voor hem. Geef hiervoor een verklaring.
Slide 6 - Open question
Leerdoel
aan het eind van deze les:
weet je hoe de Nederlanden werden bestuurd onder leiding van Karel V en Filips II
kun je een politieke en een religieuze oorzaak geven voor het uitbreken van de Opstand
Slide 7 - Slide
De Nederlanden onder Karel V
De Nederlanden waren 17 lossen gewesten met Karel V als landsheer.
Verkregen door: huwelijkspolitiek, voorouders en oorlogen.
De zuidelijke gewesten waren de rijkste met grote handelssteden zoals Brugge, Antwerpen en Brussel met veel nijverheid en handel.
De Nederlanden: geen eenheid, maar losse gewesten die elk eigen regels, privileges, rechtspraak en bestuur hadden .
Slide 8 - Slide
Karel V: ook keizer van Heilig Roomse/ Duitse Rijk en koning van Spanje.
Verbleef in het buitenland.
Vertegenwoordiging door landvoogd(es)
Binnen ieder gewest benoemde Karel een Stadhouder als plaatsvervanger.
Slide 9 - Slide
Het bestuur van de Nederlanden
- Ieder Gewest: eigen regels en gewoonten.
Aan geld komen (voor voeren oorlog) landheren met ieder gewest onderhandelen voor belasting. Gewestelijke staten:
- voornaamste edelen, geestelijken en afgevaardigden van de steden.
Pas als de landheer hun oude privileges wilde bevestigen, waren de staten bereid belasting te betalen.
Slide 10 - Slide
Centralisatie van het bestuur
Voor een koning was het niet handig dat elke stad zijn eigen wetten en regels had.
Waarbij steeds vanuit één plaats (Brussel) wordt geregeerd noemen we centralisatie.
Hoe zorgde Karel V voor centralisatie?
Staten-Generaal werd ingesteld
Hoogste rechtbank in Mechelen voor hele Nederlanden
Rechters en ambtenaren werden aangesteld op basis van opleiding, dus niet meer door te erven (edelen bang om hun inkomsten en macht te verliezen, burgers: deze nieuwigheid in strijd met hun privileges)
Vele gewesten vonden de centralisatie van Karel V maar niks. Ze wilden dat oude privileges en wilden het gewest zelf besturen.
.
Slide 11 - Slide
Ketters
Karel wilde dat iedereen in zijn rijk Katholiek was
andersgelovigen werdenKetters genoemd
invoering Bloedplakkaten > vaak niet uitgevoerd
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Filips II
zoon van Karel V> erfopvolging in 1555
koning van Spanje en landsheer van de Nederlanden
bestuur in de Nederlanden door Margaretha van Parma> landvoogdes
strenger dan zijn vader > richtte inquisitieop
Slide 14 - Slide
Smeekschrift der Edelen
Onrust nam toe> edelen boden in 1566 smeekschrift aan Margaretha van Parma
Margaretha gaf toe> minder strenge vervolgingen op ketters
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
De Beeldenstorm
na matigingen inquisitie kregen protestanten meer moed
hielden openbare kerkdiensten in de buitenlucht of Hagenpreken
1566: beeldenstorm
Slide 17 - Slide
Alva
toen Filips hoorde van de beeldenstorm was hij woedend
hardere aanpak was nodig> Alva als vervanger van Margaretha
Hertog van Alva kwam met leger naar de Nederlanden
Raad van Beroerten
Slide 18 - Slide
Willem van Oranje
Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht
Vluchtte naar huidige Duitsland
gezien als 'leider van de Opstand'
Slide 19 - Slide
Belegeringen Alva
nieuwe manier van oorlog voeren: plunderen en omsingelen
veel angst bij steden; meestal snelle overgave
Beleg van Alkmaar & Leiden > overwinningen door Opstandelingen
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Wat hoort NIET bij Karel V?
A
Hij was streng katholiek.
B
Hij voerde een centraal bestuur in de Nederlanden in.
C
Hij heerste over een groot rijk.
D
Hij was stadhouder.
Slide 22 - Quiz
Karel V wilde:
A
Overal dezelfde wetten en regels in zijn rijk .
B
De baas worden in Engeland
C
Meer edelen die gaan besturen
D
Méér verschillende gewesten in de Nederlanden
Slide 23 - Quiz
Na de Beeldenstorm...
A
Vluchtte Willem van Oranje naar Duitsland
B
Stuurde Filips II de hertog van Alva
C
Werden opstandige edelen vermoord
D
Begon de Nederlandse opstand
Slide 24 - Quiz
Welke zin over Philips II is juist?
A
Hij was een Spaanse edelman
B
Hij was een Nederlandse edelman
C
Hij was een Nederlandse koning en baas over Spanje
D
Hij was een Spaanse koning en de baas over de Nederlanden