Les hv1a persoonlijk, bezittelijk en aanwijzend voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Programma

In duo's elkaars werk bekijken
Foutje van de week
Herhalen en oefenen: zelfstandig nw., bijvoeglijk nw., 
persoonlijk, bezittelijk en aanwijzend voornaamwoord
Oefenen op papier

Bekijk elkaars huiswerk

Wat vind je van de redenen?
Heeft de ander 'ondanks', 'wegens' en 'door toedoen van' gebruikt?

Voorlezen

Wie heeft een leuke tekst?

Wat is ook alweer een zelfstandig naamwoord?

Geef voorbeelden van zelfstandige naamwoorden.

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Noteer een zin waar een bijvoeglijk naamwoord in zit.

Doelen

Aan het einde van deze les heb je geoefend met het: 

• persoonlijk voornaamwoord 
• bezittelijk voornaamwoord 
• aanwijzend voornaamwoord

Woordsoorten

Soorten woorden in de zin. 

Je benoemt de losse woordjes.

Net herhaald: zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord
Nu: voornaamwoorden

Welk voornaamwoord?

jouw

1. Persoonlijk voornaamwoord
2. Bezittelijk voornaamwoord
3. Aanwijzend voornaamwoord

Welk voornaamwoord?

dat

1. Persoonlijk voornaamwoord
2. Bezittelijk voornaamwoord
3. Aanwijzend voornaamwoord

Welk voornaamwoord?

Jou

1. Persoonlijk voornaamwoord
2. Bezittelijk voornaamwoord
3. Aanwijzend voornaamwoord

Het woord "me" is een

1. persoonlijk voornaamwoord
2. aanwijzend voornaamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord

Die jongen is morgen jarig.

die = ...

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord

Maak de juiste combinaties

Was dit jouw boek of het zijne ?

Hij staarde voor zich uit.

Jack houdt niet van zulke/dergelijke opmerkingen.

Bezittelijk voornaamwoord

Persoonlijk voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord

'We' kunnen een bioscoop bezoeken.

1. aanwijzend voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord
4. geen voornaamwoord

Hij bracht ons naar dat feest.

Hij = ...

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Mijn vader heeft ons gisteren gebracht.

Mijn = ... ?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Dat vind ik niet leuk!

Ik =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. geen van allen

Welk voornaamwoord staat tussen de haakjes?
Wiens moeder heb (je) gekust?

1. persoonlijk voornaamwoord
2. aanwijzend voornaamwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Zelfstandig werken

Werk alleen, in stilte. Muziekje mag.
Havo: maak oefenblad par. 35, opdr. 1, 4a t/m 4c en 4f.
Vwo: maak oefenblad par. 35, opdr. 3 en 4.
Weet je het even niet meer? Hieronder uitlegfilmpjes. Paars is: uitlegfilmpjes havo-stof, oranje = uitlegfilmpje vwo-stof