What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dag 5
Woorden
Thema 11: Vrije tijd
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woorden
Thema 11: Vrije tijd
Slide 1 - Slide
de
kast
kun je spullen in opruimen
voor boeken of kleren
met een deur of zonder een deur
de
kast - de kast
en
zin:
Ik zet mijn witte map in de
kast.
25
Slide 2 - Slide
de
kleren
de
kleding
zin:
Ik doe mijn kleren aan.
zin:
Ik doe mijn kleren uit.
zin:
Ik koop mijn kleren vaak in een tweedehandswinkel.
26
Slide 3 - Slide
het
koekje
kleine gebakken lekkernij bij de thee of koffie
snack
meervoud: de koekjes
zin:
Ik ga vanmiddag koekjes bakken.
zin:
Ik vind chocolade koekjes erg lekker.
27
Slide 4 - Slide
het
kwart
1/4
25%
het
kwart - de kwart
en
het
kwartier (tijd)
zin:
Er is nog maar een
kwart
over van de pizza.
zin:
Het is
kwart
voor elf.
28
Slide 5 - Slide
de
leraar
man die lesgeeft
de
docent, meester
meervoud:
de ler
aren
zin:
De
leraar
zoekt zijn bril.
zin:
De
leraar
wijst naar het woord.
29
Slide 6 - Slide
de
lerares
vrouw die lesgeeft
de
docente, juf
zin:
De
lerares
schrijft op het bord.
zin:
Mijn dochter wil later
lerares
worden.
30
Slide 7 - Slide
Ik ..... mijn kleren in de ...............
25
A
legt - kast
B
leg - kast
C
zet - kast
D
leggen - kast
Slide 8 - Quiz
26
Welke kleren draag jij nu?
Slide 9 - Mind map
Maak een goede zin:
Gebruik:
werkwoord - willen / koekje / jij
27
Slide 10 - Open question
Goed of fout:
A - Ik eet een koekje van haar.
B - Zijn koekje is van hem.
27
A
A - goed B - fout
B
A - fout B - fout
C
A - fout B - goed
D
A - goed B - goed
Slide 11 - Quiz
27
Wat hoort er niet bij?
koekje
Slide 12 - Drag question
Wat is goed?
28
A
Een kwart is 1/4.
B
Ik eet een kwart van mijn koekje op.
C
Zij is een kwart lang.
D
Een kwart uur is 15 minuten.
Slide 13 - Quiz
Goed of fout?
A - Zij is de leraar van mijn broer
B - Hij is de lerares van mijn zus.
29
A
A - fout B - goed
B
A - goed B - goed
C
A - fout B - fout
D
A - goed B - fout
Slide 14 - Quiz
Goed of fout?
A - De lerares drinkt haar koffie op.
B - De leraar is haar pen kwijt.
30
A
A - fout B - goed
B
A - goed B - goed
C
A - fout B - fout
D
A - goed B - fout
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Dag 5 - thema 11
February 2024
- Lesson with
20 slides
WOORDENSCHAT VRIJE TIJD - DAG 5 - ROZE
September 2023
- Lesson with
16 slides
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Vrije Tijd
January 2023
- Lesson with
53 slides
WOORDENSCHAT VRIJE TIJD - DAG 4 - ROZE
September 2023
- Lesson with
16 slides
NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
tweekleuren zandkoek
December 2024
- Lesson with
16 slides
by
digital instruction - support
Koken
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Stap-voor-Stap instructies
Hoofdstuk 9 - Koffie, thee en koekjes
March 2023
- Lesson with
16 slides
NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
080424 Vroeger-nu
April 2024
- Lesson with
17 slides
NT2
Basisschool
Groep 1
HET GROTE STOCKVERHAAL
20 days ago
- Lesson with
17 slides
Apotheek
Secundair onderwijs