Oefenen examenvragen H7, H8

In 1874 publiceerde de Maastrichtse priester J.H. Wijnen een brochure
waarin hij de sterk toegenomen kinderarbeid in zijn stad veroordeelde.
3p  Toon aan:
- dat de kritiek op kinderarbeid past bij twee kenmerkende aspecten van
de moderne tijd en
- welk verband er bestaat tussen de groeiende aandacht van de roomskatholiek kerk voor de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders en de opkomst van het socialisme. 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

In 1874 publiceerde de Maastrichtse priester J.H. Wijnen een brochure
waarin hij de sterk toegenomen kinderarbeid in zijn stad veroordeelde.
3p  Toon aan:
- dat de kritiek op kinderarbeid past bij twee kenmerkende aspecten van
de moderne tijd en
- welk verband er bestaat tussen de groeiende aandacht van de roomskatholiek kerk voor de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders en de opkomst van het socialisme. 

Slide 1 - Slide

maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is dat:
• de kritiek op de toegenomen kinderarbeid past bij 'de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving' (of een omschrijving daarvan) 1
• de kritiek op de toegenomen kinderarbeid past bij 'discussie over de sociale kwestie’ (of een omschrijving daarvan) 1
• de groeiende aandacht van de rooms-katholieke kerk voor de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders voortkwam uit de behartiging van de belangen van de katholieke arbeiders / uit de angst dat zij zich anders bij de socialisten zouden aansluiten / uit de rooms-katholieke leer 1

Slide 2 - Slide

Bekijk bron 1
In deze toespraak komen twee motieven voor de Europese bemoeienis met Afrika omstreeks 1880 naar voren.
4p Noem die twee motieven en geef per motief aan hoe dit uit de toespraak blijkt.

Slide 3 - Slide

maximumscore 4
Kern van een juist antwoord is:
• Het verspreiden van de Europese beschaving 1
• blijkt uit de toespraak door de wens opleidingsmogelijkheden te bieden/ kennis te verspreiden / (restanten van) slavernij uit te bannen 1
• De behoefte aan afzetmarkten (buiten Europa) / grondstoffen 1
• blijkt uit de toespraak door de wens Afrika te openen voor Europese
handel 1

Slide 4 - Slide

De informatie uit deze bron kan in verband gebracht worden met de volgende ontwikkelingen in de negentiende eeuw:
1 de Industriële Revolutie en
2 het ontstaan van discussies over de sociale kwestie.
4p Beredeneer bij elke ontwikkeling wat het verband met de bron is. 

Slide 5 - Slide

maximumscore 4
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Uit de beschrijving van de (te kleine) woning in de bron blijkt de grote woningnood in de steden, die is ontstaan door de trek naar de steden van grote aantallen arbeiders (die werd veroorzaakt door de Industriële Revolutie) 2
• De slechte/ongezonde huisvesting zoals in de bron beschreven leidde tot discussies over de noodzaak tot verbetering van de levensomstandigheden van arbeiders (de discussies over de sociale kwestie) 2
Opmerking
Alleen voor de combinatie van een voorbeeld uit de bron met een juiste uitleg van het verband met de genoemde ontwikkeling, worden 2 scorepunten toegekend. 

Slide 6 - Slide

De Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij liet in 1867 voor het eerst een stoomtrein rijden in Indonesië. De trein reed tussen de havenstad Semarang en het plantagegebied van midden-Java. In 1870 was het netwerk uitgebreid tot 110 kilometer spoorweg. Deze spoorwegaanleg past bij het modern imperialisme.
4p Leg uit dat de aanleg van deze spoorweg:
− voortkwam uit het modern imperialisme en
− het modern imperialisme op Java mogelijk maakte.

Slide 7 - Slide

maximumscore 4
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De aanleg van deze spoorweg kwam voort uit het modern imperialisme omdat het verkrijgen van grondstoffen/ afzetmarkten voor de industrie van het moederland daarbij centraal stond 1
• en met deze spoorweg konden grondstoffen/delfstoffen uit Nederlands-Indië / industrieproducten naar het binnenland van Java worden vervoerd 1
• De aanleg van deze spoorweg maakte het modern imperialisme op Java mogelijk omdat hiervoor controle over het binnenland / over de plaatselijke bevolking nodig was 1
• en de spoorweg maakte die grotere militaire aanwezigheid /bestuurlijke controle mogelijk 1

Slide 8 - Slide

Gebruik bron 3.
De opvatting van Frederik de Grote in deze bron past bij het verlicht absolutisme.
2p Toon dit aan.

Slide 9 - Slide

maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
Frederik de Grote gaat ervan uit dat de vorst alleen regeert (wat past bij het absolutisme), maar zijn bestuur moet wel in dienst staan van de belangen van de hele gemeenschap (wat past bij verlichtingsidealen).

Slide 10 - Slide

Gebruik bron 4
Een historicus gebruikt deze bron om aan te tonen dat de Industriële Revolutie naast economische veranderingen ook sociale veranderingen tot gevolg heeft.
4p Ondersteun deze conclusie door, telkens met een voorbeeld uit de bron:
- een economische verandering van de Industriële Revolutie te noemen
die uit deze bron blijkt en
- een sociale verandering door de Industriële Revolutie te noemen die
uit deze bron blijkt. 

Slide 11 - Slide

maximumscore 4
Kern van een juist antwoord is:
• Een economische verandering uit de bron is de overgang van huisnijverheid/kleinschalige productie naar industriële productie/massaproductie 1
• want Radcliff (als kind) helpt zijn vader en broers met het bewerken van katoen, terwijl hij later zelf een fabriek bezit 1
• Een sociale verandering uit de bron is de mogelijkheid om door succesvol ondernemen (snel) te stijgen op de maatschappelijke ladder 1
• want Radcliff blijkt in korte tijd te kunnen opklimmen van (eenvoudige) arbeider tot (rijke) fabrikant / tot landheer 1

Slide 12 - Slide