4.3.3 Breuken vermenigvuldigen

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 

Slide 1 - Slide

Vorige les

Slide 2 - Slide

Planning
Uitleg 10 min
Werken 30 min --> opgesplitst in delen
Les afronden 5 min

Slide 3 - Slide

Leerdoel trede 4 
week 4

Je vereenvoudigt breuken. Je maakt breuken gelijknamig. Je telt eenvoudige breuken op, trekt ze af, vermenigvuldigt ze en deelt ze, ook met de rekenmachine.


 

Slide 4 - Slide

Wat gaan wij leren vandaag?




  1. Je vermenigvuldigt een geheel getal met eenvoudige breuk.
  2. Je berekent een deel van een geheel (bijv. 2/3) van 300).
  3. Je vermenigvuldigt breuken met breuken.
  4. Je vermenigvuldigt twee eenvoudige breuken met behulp van een rekenmachine.
  5. Je past breuken toe in een eenvoudige context.








Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

3/4 x 3/4 =

Slide 8 - Slide

3/4 x 16 =

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Breuken in een verhaaltje

Slide 11 - Slide

We gaan aan de slag!
Doelen deze week:

Les 1: 4.3.3 Breuken vermenigvuldigen
Les 2: 4.3.4 Breuken delen
Les 3: 4.3. Diagnostische oefeningen



Slide 12 - Slide

Kunnen wij het nu?
  1. Je vermenigvuldigt een geheel getal met eenvoudige breuk.
  2. Je berekent een deel van een geheel (bijv. 2/3) van 300).
  3. Je vermenigvuldigt breuken met breuken.
  4. Je vermenigvuldigt twee eenvoudige breuken met behulp van een rekenmachine.
  5. Je past breuken toe in een eenvoudige context.

Klas 1b en 1d willen samen een een ..... kopen van ..... euro. iedereen betaald een deel. Hoeveel is 1/44 deel? 5/44 deel en 22/44 deel?


Slide 13 - Slide

Klas 1b en 1d willen samen een een ..... kopen van ..... euro. iedereen betaald een deel. 

Hoeveel is 1/44 deel? 
5/44 deel?  
22/44 deel?

Slide 14 - Slide