Feedback (geven & ontvangen)

Feedback
Les 1: Feedback geven

1 / 34
next
Slide 1: Slide
SLBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Feedback
Les 1: Feedback geven

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  1. Je kan het doel van feedback benoemen
  2. Je kan het verschil tussen feedback & kritiek benoemen
  3. Je kent de 4 G's van feedback
  4. Je kent de hamburgermethode

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

waar denk je aan bij feedback

Slide 4 - Mind map

Feedback

Feedback is een reactie op een product, resultaat of iemands uitvoering van een taak, dat bedoeld is als basis voor verbetering




Slide 5 - Slide

Feedback of kritiek/commentaar?
  • Feedback is een terugkoppeling die je geeft aan een cliënt of collega gebaseerd op zijn gedrag. Doel: een ander inzicht te geven in zijn gedrag en dit mogelijk te veranderen. 

  •  Kritiek (of commentaar) geeft aan dat je iets niet goed vindt, je keurt iets af. Doel: In kritiek zit vaak een oordeel, een negatieve associatie. Terwijl feedback juist opbouwend is!

Slide 6 - Slide

Feedback of kritiek/commentaar?
  • Positieve feedback: compliment, gaat over iets wat je goed gedaan hebt.  

  • Opbouwende feedback: gaat over iets wat je anders (beter?) kan doen. 

Slide 7 - Slide

Feedback of kritiek/commentaar?
  • Opbouwende feedback kan hard aankomen, zeker als het niet goed gegeven wordt (daarover later meer). 
  • Je kan je onprettig, gekwetst of aangevallen voelen.
  • Je hoeft het niet altijd eens te zijn met de gegeven feedback maar reageer altijd netjes. 

  • Bedankt voor je feedback, hier ga ik over nadenken!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Kunnen jullie de 4g's van
feedback benoemen?

Slide 10 - Mind map

De 4G's
Feedback heeft alleen effect wanneer het op een goede manier gegeven wordt volgens de 4 G's
  1. Gedrag (concreet, hier-en-nu)
  2. Gevolg van gedrag (gevolg voor jezelf )
  3. Gevoel (je eigen gevoel)
  4. Gewenst gedrag (in de toekomst)

Slide 11 - Slide

De hamburger methode

Slide 12 - Slide

Algemene tips
  • Geef feedback om de ander te laten groeien (intentie).
  • Feedback veroordeelt niet maar is een toevoeging in de richting van een verbetering.
  • Korte, specifieke feedback is veel effectiever en krachtiger dan lange algemene feedback.
  • Feedback dient gegeven te worden in de richting van gedrag zodat de ontvanger het concreet kan gebruiken.
  • Feedback heeft alleen zin wanneer de ontvanger feedback wil/kan ontvangen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Opdracht
  1. Je hebt vast wel eens feedback gekregen de afgelopen jaren. 
  2. Beschrijf een van die situatie's waarin je feedback kreeg
    (positief of opbouwend)
  3. Beschrijf wat dit met je deed op dat moment en achteraf
  4. Heb je de feedback meegenomen en er iets mee gedaan
  5. Zo ja: wat is er veranderd n.a.v. de feedback?
  6. Zo nee: waarom niet?
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Feedback
Feedback ontvangen

Slide 17 - Slide

Opdracht
  •  Plak een papiertje op je rug
  • Loop door het lokaal
  • Schrijf op de rug van je medestudenten een tip of een top
  • Zij doen dit ook voor jou

Slide 18 - Slide

Je houdt alleen rekening met jezelf
Je houdt alleen rekening met de ander 
Je houdt rekening met jezelf en de ander
Subassertief
Assertief
Agressief 

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Verdedigingsreacties 


1. Ontkenning ("Nee hoor, zo ging het helemaal niet")
2. Verdringing (Niet meer kunnen herinneren)
3. Rationalisatie ("Ja maar ik kon er niets aan doen. Want toen ik...")
4. Projectie ("Ik heb het jou ook wel eens zien doen, als jij het eerder tegen mij had gezegd dan..")

Slide 21 - Slide

Casus 
Je werkt samen met iemand die zijn gedeelte van de presentatie niet af heeft en die slecht bereikbaar is. De presentatie is overmorgen en je wil toch wel dat je partner zijn/haar/hen steentje bijdraagt.. 

Slide 22 - Slide

Geef een assertieve reactie op de casus

Slide 23 - Open question

Verdedigingsreacties 


1. Ontkenning ("Nee hoor, zo ging het helemaal niet")
2. Verdringing (Niet meer kunnen herinneren)
3. Rationalisatie ("Ja maar ik kon er niets aan doen. Want toen ik...")
4. Projectie ("Ik heb het jou ook wel eens zien doen, als jij het eerder tegen mij had gezegd dan..")

Slide 24 - Slide

5

Slide 25 - Video

00:54
Hoe had Mustafa kunnen reageren als hij volgens verdediging reactie 'projectie' had gereageerd?

Slide 26 - Open question

01:44
Mustafa wordt door twee juryleden uitgelachen. Waar hoort dat bij?
A
Assertief
B
Agressief
C
Sub Assertief

Slide 27 - Quiz

01:45
Waarom valt uitlachen onder agressief?

Slide 28 - Open question

03:24
Mustafa krijgt slecht commentaar van Eva. Hierna zegt ze: Maar je bent wel erg aardig denk ik.

Helpt dit?
Nee
Ja

Slide 29 - Poll

03:26
Waarom is 'ja maar' gebruiken niet helpend bij het geven van feedback?

Slide 30 - Open question

Dat klopt, maar jij komt ook altijd te laat
Ja dat klopt, maar ik kan er niets aan doen want mijn fietsband was lek. 
Ik kan me niet meer herinneren dat het zo is gegaan. 
Nee hoor. Zo ging het helemaal niet!
Ontkenning
Verdringing
Rationalisatie
Projectie

Slide 31 - Drag question

Feedback ontvangen
 1. Wie zegt het?
 2. Hoe zegt hij/zij het?
3. Wanneer zegt hij het?
4. Hoe gaat het met mij op dat moment 

Slide 32 - Slide

Omgaan met feedback
Hanteer de regels van feedback;
Heb respect voor jezelf en voor de ander;
Doe moeite om de ander te begrijpen;
Zie een meningsverschil als iets gemeenschappelijks en daardoor oplosbaar.

Slide 33 - Slide

Welke tip zou je geven aan iemand die moeilijk kan omgaan met feedback?

Slide 34 - Open question