241119 Werkwoordspelling HV1 + toets bespreken

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • pen
  • schrift
  • iPad
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • pen
  • schrift
  • iPad

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen (10 minuten)
  • Planning periode 2 bespreken (5 minuten)
  • Uitleg boekopdracht (5 minuten)
  • Werkwoordspelling herhaling brugklas (35 minuten)
  • Toets bespreken (20 minuten)
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning tweede periode:
Werkwoordspelling
§10-14 

Grammatica zinsdelen/woordsoorten
§1 t/m 8

Boek lezen
Uitleesdatum: 10 januari 
Toetsen tweede periode:
Werkwoordspelling
SO in december (1x)

Grammatica
PW in toetsweek (2x)

Boek lezen
Verslag maken
Geschiedenis: cijfer (1x)
Nederlands: V/NV










Slide 3 - Slide

Boekopdracht - interview
Inleiding:
Historische context

Middenstuk:
Interview met de hoofdpersoon (10 vragen)

Slot:
Trek conclusies: komt het boek overeen met de werkelijkheid?
Inleverdatum: vrijdag 17 januari
Magister

Slide 4 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Leeskwartiertje (10 minuten)
  • Planning periode 2 bespreken (5 minuten)
  • Uitleg boekopdracht (5 minuten)
  • Werkwoordspelling herhaling brugklas (25 minuten)
  • Toets bespreken (25 minuten)

Slide 5 - Slide

Werkwoordspelling
  • Hoe komt het dat ik weleens
    moeite heb met d’tjes en t’tjes? 

  • Hoe beslis jij hoe je een werkwoord
    schrijft?

Slide 6 - Slide

De 7 gedaantes van een werkwoord
Ieder werkwoord kent zeven verschillende gedaantes: vormen
Zie het maar als de zeven dagen van de week.

Deze vorm bepaalt hoe je het werkwoord moet schrijven.
Je moet daarom goed weten met welke vorm je te maken hebt.

*spiekbriefje

Slide 7 - Slide

De 7 vormen van een werkwoord
Vorm:

  1. Persoonsvorm tt
  2. Persoonsvorm vt
  3. Infinitief
  4. Gebiedende wijs
  5. Voltooid deelwoord
  6. Onvoltooid deelwoord
  7. Bijvoeglijk gebruikt werkwoord



Schrijfregel:

  1. Ik-vorm + t -> behalve jij achter de pv
  2.  ’T KoFSCHiP X
  3. Hele ww
  4. Ik-vorm
  5. ’T KoFSCHiP X
  6. Hele ww + D
  7. Zo kort mogelijk 


Slide 8 - Slide

Een voorbeeld

  1. Ik werk iedere dag aan mijn huiswerk.
  2. In de 2e klas werkte ik nog niet als vakkenvuller bij Albert Heijn.
  3. Wij willen graag voor het vak Nederlands werken.
  4. Werk nou eens door’, zei mevrouw De Weger.
  5. In de vakantie heb ik niet aan school gewerkt.
  6. Werkend kan ik me het beste concentreren.
  7. De werkende leerlingen waren muisstil in de klas. 

Slide 9 - Slide

Werkwoordspelling herhalen
Hoe herken ik nu de juiste vorm?

Stap 1: Is het een persoonsvorm?








Tegenwoordige tijd (vorm 1) of verleden tijd (vorm 2)?
Is het vorm 3, 4, 5, 6 of 7?
JA
NEE

Slide 10 - Slide

Welke vorm is het werkwoord?
  1. Ga nu eens aan de kant!
  2. Zou jij nog een kopje thee lusten?
  3. Zou jij nog een kopje thee lusten?
  4. De kapotte schoolbel is eindelijk vervangen.
  5. De kapotte schoolbel is eindelijk vervangen.
  6. De kapotte schoolbel is eindelijk vervangen.
timer
3:00

Slide 11 - Slide

Oefenen
Opdracht
Maak online van cursus 7 - §9
opdracht 6, 1 t/m 5

Hoe: Alleen
Wat: iPad, spiekbriefje
Klaar: Lees uit je (geschiedenis)boek



timer
15:00

Slide 12 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Leeskwartiertje (10 minuten)
  • Planning periode 2 bespreken (5 minuten)
  • Uitleg boekopdracht (5 minuten)
  • Werkwoordspelling herhaling brugklas (35 minuten)
  • Toets bespreken (20 minuten)

Slide 13 - Slide

Toets bespreken
  1. Je krijgt je toets

  2. We bespreken klassikaal vraag 3, 6 en 13

  3. Kijk zelf of je nog vragen hebt + tel de punten na

  4. Geen vragen? Ik kom je toets weer ophalen.
    Maak je huiswerk: cursus 7 - §9 - opdracht 6, 1 t/m 5

Slide 14 - Slide