Proeftoets T4 - 1VWO

Proeftoets T4 - 1VWO
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Proeftoets T4 - 1VWO

Slide 1 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Heb je nog chips meegenomen uit de Lidl?

Slide 2 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Baris heeft een spreekbeurt gehouden over zijn boek.

Slide 3 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Door de schrik verkleurde zijn gezicht van roze naar dieprood.

Slide 4 - Open question

Wat is het naamwoordelijk gezegde? (haken niet nodig)

Helaas blijft de leraar Duits nog drie weken ziek.

Slide 5 - Open question

Wat is het naamwoordelijk gezegde? (haken niet nodig)

Meneer Tak is al twintig jaar docent geweest.

Slide 6 - Open question

Wat is het naamwoordelijk gezegde? (haken niet nodig)

Die nieuwe serie op Netflix schijnt heel spannend te zijn.

Slide 7 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp?
Wil jij deze reep chocolade aan Liam geven?

Slide 8 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp?
Meneer Tak heeft jullie een mooi verhaal verteld.

Slide 9 - Open question

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Wanneer hebben we een lang paasweekend?

Slide 10 - Open question

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Vanwege het mooie weer vervallen alle lessen.

Slide 11 - Open question

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Zet jij die prachtige bloemen in de vaas?

Slide 12 - Open question

Vul in:
Er is niets ..... mij vandaag chagrijnig kan maken.
A
dat
B
wat

Slide 13 - Quiz

Vul in:
Dat is het lelijkste schilderij .... ik ooit heb gezien.
A
dat
B
wat

Slide 14 - Quiz

Vul in:
Dat is het lekkerste gebakje ..... ik ooit heb gegeten.
A
dat
B
wat

Slide 15 - Quiz

Vul in:
Dat is het smerigste ..... ik ooit heb gegeten.
A
dat
B
wat

Slide 16 - Quiz

Goed of fout?
Dat is de vriend WAARMEE ik naar de film ga.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

Wat moet het dan zijn...?
Dat is de vriend .... ik naar de film ga.

Slide 18 - Open question

Goed of fout?
Dit is het mes waarmee ik het brood ga snijden.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

Vul in:
zoet - .......... - zoetst

Slide 20 - Open question

Vul in:
lief - .......... - liefst

Slide 21 - Open question

Maak verder af:
veel - ......... - ..........

Slide 22 - Open question

Vul in:
technisch - technischer - ................

Slide 23 - Open question

Pure chocola vind ik lekkerder ..... melkchocola.
A
als
B
dan

Slide 24 - Quiz

Een echt boek leest veel fijner ..... een e-book.
A
als
B
dan

Slide 25 - Quiz

Ik wil met David en Cas naar de film, want met ...... heb ik enorm gelachen.
A
hun
B
hen

Slide 26 - Quiz

Ik mag de leden van K3 interviewen, maar ik weet niet wat ik .... moet vragen.
A
hun
B
hen

Slide 27 - Quiz

Wat is het groot gedrukte woord?

Slaap jij IN dit stapelbed liever boven of liever beneden?
A
voorzetsel
B
bijwoord

Slide 28 - Quiz

Wat is het groot gedrukte woord?

Slaap jij in dit stapelbed liever BOVEN of liever beneden?
A
voorzetsel
B
bijwoord

Slide 29 - Quiz

Wat is het groot gedrukte woord?

Onze school is gevestigd TE Gouda.
A
voorzetsel
B
bijwoord

Slide 30 - Quiz

Wat is het groot gedrukte woord?

Helaas kwam je vanmorgen TE laat.
A
voorzetsel
B
bijwoord

Slide 31 - Quiz

Wat is het groot gedrukte woord?

Ik laat elke dag de hond UIT.
A
voorzetsel
B
bijwoord

Slide 32 - Quiz

Ik ben klaar voor de toets!
Jazeker
Bijna
Ik moet nog wat nakijken
Hoogste tijd dat ik 's wat ga doen...

Slide 33 - Poll