Les 12 U3

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Programme d'aujourd'hui
corriger les devoirs
répéter le vocabulaire
les verbes - er
Apprendre 1-6

Poser des questions!

Slide 2 - Slide

Grammaire, révision.
Regelmatige werkwoorden vervoegen.
timer
1:00
Nieuwe opdracht

Slide 3 - Slide

ça  y est? (is het gelukt?)

Slide 4 - Slide

Vocabulaire
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Vocabulaire
timer
10:00
Apprendre 1-6 moeilijker...

Slide 6 - Slide

Grammaire
aimer         adorer           détester      préférer

Betekenis:  houden van
Na 'aimer' komt een lidwoord.
Voorbeeld:  j'aime le français ( ik hou van x Frans)
Aimer is een regelmatig werkwoord!
Betekenis:  dol zijn op...
Na 'adorer' komt een lidwoord.
Voorbeeld:  elle adores le sport( zij is dol op x sport)
Adorer is een regelmatig werkwoord! 
Betekenis:  een hekel hebben aan...
Na 'détester' komt een lidwoord.
Voorbeeld:  nous détestons les devoirs( wij hebben een hekel aan x huiswerk)
Détester is een regelmatig werkwoord!
Betekenis:  liever hebben / de voorkeur geven aan ....
Na 'préférer' komt een lidwoord.
Voorbeeld:  tu préfères la musique ( jij hebt liever x muziek/ jij geeft de voorkeur aan x muziek)
Préférer is een (bijna)  een regelmatig werkwoord!
werkwoorden van gevoel

Slide 7 - Slide

Grammaire
Attention!!
Deze werkwoorden zijn regelmatig.
Dus :
je = stam + e
tu = stam + es
il stam + e
elle stam + e
on stam + e
nous stam + ons
vous stam + ez
ils stam + ent
elles stam + ent

Slide 8 - Slide

Grammaire
Attention!!
Dus na adorer, aimer, détester en préférer plaats je een lidwoord.  (le, la, l' of les)

J'adore le fromage. (ik hou van kaas).

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welke werkwoorden van gevoel ken je nu?

Slide 11 - Open question

Wat komt er na een werkwoord van gevoel in het Frans?

Slide 12 - Open question

Au travail en classe
Regardez le vocabulaire aux pages 100 et 101.

Slide 13 - Slide

App7
App9

Slide 14 - Slide

Grammaire, vraagwoorden
Wat zijn vraagwoorden?
Waar zet je deze neer?
Waarmee sluit je de zin af?

Slide 15 - Slide

Grammaire
Probeer hier vragen te maken.
Gebruik de werkwoorden van gevoel.
Plak zinnen aan elkaar met  mais, et of donc.
timer
10:00

Slide 16 - Slide

à faire.....
Continue à faire ou à finir:
3.6 Parler, exercice 18-21

Continue à apprendre le vocabulaire et la grammaire!

Slide 17 - Slide

C'est la fin
Au revoir!
Salut!   A plus!  A+  Ciao!
Bonne journée!! 

Slide 18 - Slide