ott
Ik ....... (komen) uit Spanje.
A
komen
B
kom
C
koom
D
kome
1 / 15
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Ik ....... (komen) uit Spanje.
A
komen
B
kom
C
koom
D
kome
Slide 1 - Quiz
Jij .............. (spreken) geen Nederlands.
A
sprek
B
spreek
C
spreekt
D
spreken
Slide 2 - Quiz
Hij ........... (wonen) in Duitsland.
A
woont
B
woon
C
wont
D
won
Slide 3 - Quiz
Zij .......... (zijn) Maria.
A
ben
B
is
C
zijn
D
bent
Slide 4 - Quiz
Hij .......... (komen) uit Spanje.
A
komen
B
koom
C
komt
D
kom
Slide 5 - Quiz
Jullie ........ (spreken) Engels.
A
spreek
B
spreekt
C
sprekt
D
spreken
Slide 6 - Quiz
U ....... (wonen) in Wehl.
A
woont
B
wont
C
woon
D
wonen
Slide 7 - Quiz
Hij ....... (zijn) docent.
A
ben
B
zijn
C
is
D
bent
Slide 8 - Quiz
Ik ............. (spreken) geen Spaans.
A
spreek
B
sprek
C
spreken
D
spreekt
Slide 9 - Quiz
Ik ............ (zijn) 35 jaar.
A
zijn
B
is
C
bent
D
ben
Slide 10 - Quiz
Wij ............ (wonen) in Amsterdam.
A
woonen
B
woont
C
wonen
D
woon
Slide 11 - Quiz
Wij ........... (komen) uit Amerika.
A
komen
B
koomen
C
kom
D
komt
Slide 12 - Quiz
U ........... (zijn) de manager.
A
is
B
bent
C
ben
D
zijn
Slide 13 - Quiz
Jullie ............. (zijn) oké.
A
zijn
B
bent
C
is
D
ben
Slide 14 - Quiz
Zij ........... (zijn) 2 broers.
A
is
B
bent
C
ben
D
zijn
