Week 9 - Les 1


Week 9 - Les 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Week 9 - Les 1

Slide 1 - Slide

Planning
Lesdoelen: vocab & expressions U1 en U2.2/2.3 beheersen, comparisons beheersen
1) Woorden leren
2) Herhaling comparisons
3) LU opdracht
4) Maken zelftesten 1.2 t/m 1.5
5) Overhoren vocab & expressions U1+2

Slide 2 - Slide

Woorden leren
Ga de komende 5 minuten aan de slag met het leren van de woordjes. Er zijn verschillende manieren om dit aan te pakken:
* Quizlet
* WRTS
* Cram.com
* Woordentrainer methode
* Boek

De beste manier om te leren is altijd om de vertalingen van de woorden op papier op te schrijven want op die manier oefen je de spelling
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Planning
Lesdoelen: vocab & expressions U1 en U2.2/2.3 beheersen, comparisons beheersen
1) Woorden leren
2) Herhaling comparisons
3) LU opdracht
4) Maken zelftesten 1.2 t/m 1.5
5) Overhoren vocab & expressions U1+2

Slide 4 - Slide

Comparisons = vergelijkingen
Stellende trap
Vergrotende trap (comparative)
Overtreffende trap (superlative)
één lettergreep
Bijvoeglijk naamwoord
big
nice
.....+er than
bigger than
nicer than
the .....+est
the biggest
the nicest
twee of meer lettergrepen
Bijvoeglijk naamwoord
powerful
interesting
More ..... than
more powerful than
more interesting than
the most .....
the most powerful
the most interesting
twee lettergrepen op y
Bijvoeglijk naamwoord
pretty
funny
y --> ier than
prettier than
funnier than
the y--> iest
the prettiest
the funniest
Uitzonderingen
Bijvoeglijk naamwoord
good
bad
far
little
Uit je hoofd leren
better than
worse than
further than
less than
Uit je hoofd leren
the best
the worst
the furthest
the least
Als twee dingen (bijna) hetzelfde zijn dan gebruik je as ... as / not as ... as
I am not as smart as my brother. You are as tall as your sister.

Slide 5 - Slide

LessonUp opdracht
Vul bij de volgende 6 zinnen steeds de juiste vorm van de trappen van vergelijking in

Vergeet niet om ook 'the' of 'than' in te vullen

Slide 6 - Slide

Her dress is (short) mine.

Slide 7 - Open question

Which way is (short)?

Slide 8 - Open question

This rule is (important) that rule.

Slide 9 - Open question

That is (bad) thing I have ever heard.

Slide 10 - Open question

Jessica is my (good) friend.

Slide 11 - Open question

That film is (interesting) the other film.

Slide 12 - Open question

Planning
Lesdoelen: vocab & expressions U1 en U2.2/2.3 beheersen, comparisons beheersen
1) Woorden leren
2) Herhaling comparisons
3) LU opdracht
4) Maken zelftesten 1.2 t/m 1.5
5) Overhoren vocab & expressions U1+2

Slide 13 - Slide

Opdracht
1) Maak het werkblad op de volgende pagina

2) Doe het spelletje op de pagina daarna

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Maken zelftesten
Maak de zelftesten van §1.2 t/m §1.5 + §2.2 en §2.3

Je kunt deze vinden bij iedere paragraaf in de online methode

Slide 17 - Slide

Planning
Lesdoelen: vocab & expressions U1 en U2.2/2.3 beheersen, comparisons beheersen
1) Woorden leren
2) Herhaling comparisons
3) LU opdracht
4) Maken zelftesten 1.2 t/m 1.5
5) Overhoren vocab & expressions U1+2

Slide 18 - Slide

Planning
Lesdoelen: vocab & expressions U1 en U2.2/2.3 beheersen, comparisons beheersen
1) Woorden leren
2) Herhaling comparisons
3) LU opdracht
4) Maken zelftesten 1.2 t/m 1.5
5) Overhoren vocab & expressions U1+2

Slide 19 - Slide