Oefenvragen thema 8/9

Bij een myocardinfarct helpt vaatverwijdende medicatie, omdat een bloedvat vernauwd is
A
Juist
B
Onjuist
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingBeroepsopleiding

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bij een myocardinfarct helpt vaatverwijdende medicatie, omdat een bloedvat vernauwd is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quiz

  •  Bij een acuut myocardinfarct sterft er een stuk van de hartspier af doordat de doorbloeding is gestopt.
  • Bij angina pectoris zijn de kransslagaders vernauwd. Pijn op de borst neemt af door vaatverwijdende medicatie. 
  • Bij een myocardinfarct helpt vaatverwijdende medicatie niet, omdat een bloedvat geheel dicht zit.
  • Bij beide aandoeningen kan dotteren helpen. 

Slide 2 - Slide

Waardoor wordt het syndroom van Korsakov veroorzaakt?
A
Tekort Vit B12
B
Tekort Vit B1
C
Tekort vit B2
D
Tekort vit B en D

Slide 3 - Quiz

  • Korsakov wordt veroorzaakt door een ernstig gebrek aan vitamine B1. Door langdurig overmatig alcoholgebruik in combinatie met te weinig en ongezond eten, ontstaat er een vitaminetekort, waardoor een deel van de zenuwcellen in de hersenen wordt aangetast. 
  • Ook kan de lever zo beschadigd raken dat deze de vitamine B1 (ook thiamine genoemd) niet meer kan omzetten

Slide 4 - Slide

Welke lab kun je afnemen bij de diagnostisering van een myocard infarct?
A
CK-MB / Troponine
B
CK-MB / D-dimeer
C
D-dimeer / CK-MB / Troponine
D
Troponine / D-dimeer

Slide 5 - Quiz

Troponine is een eiwit dat er normaal voor zorgt dat de hartspier kan samentrekken. Er zijn altijd lage waarden in het bloed aanwezig. Als de hartspiercel beschadigd raakt, zoals bij een hartaanval, lekt er troponine uit de hartspiercellen in het bloed. Binnen twee uur na een hartinfarct is er al een verhoging van troponine zichtbaar.
CK-MB is een vorm van het enzym dat vooral voorkomt in de hartspier. Bij schade aan de hartspier zal dit enzym daardoor in hogere mate in het bloed aanwezig zijn.

Slide 6 - Slide

D-dimeer is een fibrine afbraakproduct. Een verhoogde D-dimeer wijst op een actieve fibrinolyse, (afbraak van fibrine). Een verhoogd fibrine wijst op verhoogde stolselvorming. De bloedbepaling wordt vooral ingezet om een aanwijzing te vinden voor de aanwezigheid van een longembolie.

Slide 7 - Slide

Zorgvrager in thuiszorg krijgt sinds 4 dagen diuretica i.v.m. decompensatio cordis bij een myocardinfarct.
Op welke bijwerkingen ben je bedacht?

Slide 8 - Open question

  • Spierkrampen
  • Hartkloppingen
  • Vermoeidheid
  • Gewrichtsklachten
  • Hypotensie 

Slide 9 - Slide

Bij passieve drainage wordt gebruik gemaakt van waterslot
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Erythrocyten worden vervoerd bij een temperatuur van....
A
-2 tot +2 graden
B
+2 tot +6 graden
C
+6 tot +10 graden
D
+10 tot +12 graden

Slide 11 - Quiz

Erytrocyten worden bewaard en vervoerd bij een temperatuur van +2 tot +6 °C en mogen tot maximaal 6 uur na aanprikken worden toegediend.

Slide 12 - Slide

Noem 3 medische complicaties die vaak voorkomen bij kinderen met Down syndroom

Slide 13 - Open question

  • aangeboren hartafwijkingen,
  • maag-darm afwijkingen,
  • verminderd gezichtsvermogen,
  • verminderd afweervermogen tegen infecties,
  • verminderde motoriek,
  • spraakproblemen,
  • trage schildklierfunctie,
  • coeliaki.

Het verouderingsproces bij volwassenen met Downsyndroom begint eerder dan bij andere mensen. Vanaf 40 à 50 jaar bestaat een verhoogde kans op dementie.

Slide 14 - Slide

Als iemand moe of depressief is, pijn, iets verloren of drank op heeft, zal iemand snel gefrustreerd zijn. Welke vorm van agressie wordt hier besproken?
A
Onomkeerbare agressie
B
Frustratie agressie
C
Instrumentele agressie

Slide 15 - Quiz

Onomkeerbare agressie
Als iemand heel veel drank op heeft of bijvoorbeeld ver aan het dementeren is, zal hij niet meer voor rede vatbaar zijn.

Witteboorden- of instrumentele agressie
Witteboordenagressie en instrumentele agressie komen beide voort uit het bewust gebruiken van macht, mogelijk door nabootsing van iemand die daarmee zijn zin kreeg.

Slide 16 - Slide

Wat is de IQ waarden van iemand die een lichte verstandelijke beperking heeft?
A
IQ 70 tot 80
B
IQ 35 tot 40
C
IQ 20 tot 40
D
IQ 20 tot 25

Slide 17 - Quiz

IQ wordt ingedeeld in:

  • Normaal begaafd 85 tot 110.
  • Zwakbegaafdheid 70 tot 85.
  • Lichte verstandelijke beperking 50/55 tot 70.
  • Matige verstandelijke beperking 35/40 tot 50/55.
  • Ernstige verstandelijke beperking 20/25 tot 35/40.
  • Zeer ernstige verstandelijke beperking lager dan 20/25.

Slide 18 - Slide

Wat kun je aan iemand zien bij een pneumothorax?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Een naald met de maat 24 G is dikker dan een naald met maar 18G?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 21 - Quiz

Wat houdt een kruisproef bij een bloedtransfusie in?
timer
0:30
A
bloed van meerdere donoren wordt bij elkaar gebracht en gegeven
B
witte bloedlichaampjes van donor en ontvanger worden gemengd om te kijken naar reacties
C
nadat de donor 100 ml bloed heeft ontvangen wordt bloed afgenomen voor onderzoek op reacties
D
rode bloedcellen van donor en ontvanger worden met elkaar gemengd, mogen niet reageren op elkaar

Slide 22 - Quiz

Iemand krijgt 1 zakje gefiltreerde ery's. Hoeveel punten / mmol zal zijn Hb stijgen?

Slide 23 - Open question