H4 [BLOKUUR] toets bespreken, feedback & doelen stellen + vocabulaire A

Jeudi 9 novembre 2023


Aujourd'hui tu as besoin de :


Startopdracht:
ton cahier
Login op LessonUp en geef antwoord op de vraag.
Laat jouw telefoon in jouw zakje en zorg dat je de juiste spullen voor je hebt.
Begin daarna met de startopdracht.  
un stylo
ton livre
ton 
ordinateur
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Jeudi 9 novembre 2023


Aujourd'hui tu as besoin de :


Startopdracht:
ton cahier
Login op LessonUp en geef antwoord op de vraag.
Laat jouw telefoon in jouw zakje en zorg dat je de juiste spullen voor je hebt.
Begin daarna met de startopdracht.  
un stylo
ton livre
ton 
ordinateur

Slide 1 - Slide

Hoe heb jij je voorbereid op de Franse toetsen in de toetsweek? Wat werkte goed? Wat ga je deze periode anders doen?

Slide 2 - Open question

Programme
  • Toets bespreken
  • Feedback
  • Doelen stellen 
  • Vocabulaire  + examenidioom 4

Slide 3 - Slide

Toets bespreken
  • Bekijk jouw toets samen met jouw buurman/buurvrouw.

  • Wat ging er goed?
  • Wat ging er niet goed?


  • Geef elkaar een tip en een top.

Slide 4 - Slide


Denk terug aan de vorige periode...
als je denkt aan de lessen in de klas
Wat werkte goed / een beetje / niet?

Slide 5 - Open question

Formuleer 1 tip & 1 top voor de juf.

Slide 6 - Open question

Periode 2
Twee toetsen:
- fatl210 - grammatica + schrijven
- fatl211 - woordenschat + lezen
Wat gaan we leren?
- l'adverbe (het bijwoord
- les verbes irréguliers pouvoir (kunnen), décrire (beschrijven), servir (dienen)
- l'emploi du passé composé et de l'imparfait (wanneer gebruik je de passé composé en wanneer de imparfait als je praat over vroeger?)
Woorden over:
- relaties, vriendschappen, feesten  - gebruiken en gevoelens
- voorkeuren en producten                - kwaliteit, kwantiteit en intensiteit
- beschrijven van bekende mensen- levende wezens en de natuur

Slide 7 - Slide

Periode 2
Wat kunnen we dan aan het einde van deze periode?
  • een stukje schrijven over ons favoriete feest / onze favoriete feestdag (bijv. Sinterklaas, het Suikerfeest)
  • een stukje schrijven of vertellen over onze favoriete Fransman of
       Française (
    bijv. Thierry Henry, Coco Chanel)
  • als we iets van vroeger beschrijven (bijvoorbeeld een bekende persoon) weten welke werkwoordstijden we hierbij kunnen gebruiken
  • werkwoorden specifieker maken - of juist een beetje overdrijven - door er een bijwoord aan toe te voegen (bijv. zij werkte hard)
  • mensen of dingen beschrijven door de werkwoorden pouvoir (kunnen), décrire (beschrijven) en servir (dienen) te gebruiken

Slide 8 - Slide

Doelen stellen (1/4)
Wat is jouw leerdoel / zijn jouw leerdoelen voor Frans deze periode?
Wat zou het bereiken van dit leerdoel jou opleveren?

Slide 9 - Slide

Doelen stellen (2/4)
Leg uit waarom je voor dit/deze leerdoel(en) kiest. 
Stel jezelf verduidelijkende vragen als: Wanneer? In welke situatie? Met wie?

Slide 10 - Slide

Doelen stellen (3/4)
Formuleer nu jouw uiteindelijke leerdoel(en): een leerdoel is altijd zo geformuleerd alsof je het al bereikt hebt!

Een leerdoel begint altijd met: Ik 
Daarna komt er een ‘doe’ of ‘meet’ woord achter:
weet, maak, kan, ken, durf, pas toe, heb inzicht in, etc.
Vervolgens benoem je wat je wilt leren
Gebruik hier alleen concrete woorden: 
niet ik ga vaker Frans leren, 
wel Ik kan de Franse woorden uit examenidioom 4 toepassen in een zin.

Slide 11 - Slide

Doelen stellen (4/4)
Stel je nu de vraag, als ik dit doel / deze doelen wil bereiken ,wat moet ik dan doen?
a. nummer de stappen
b. maak een tijdspad (stap voor stap naar je einddoel)

Slide 12 - Slide

Zo ga ik de nieuwe periode in...

Slide 13 - Poll

Vocabulaire A + examenidioom 4
masculin
mannelijk
féminin
vrouwelijk
verbe
werkwoord
autre
anders
l'adepte
le changement
...


deel de woorden uit vocabulaire A en examenidioom 4 in de volgende kolommen in:






schrijf jouw overzicht in jouw map

Slide 14 - Slide

le repas
Sleep de woorden die bij het thema le repas horen naar het woordweb en leg je keuze uit aan jouw buurman/buurvrouw. 
Sleep de andere woorden naar de prullenbak.

l'adepte
le comportement
l'assiette
lancer
l'alimentation
le pont
s'attabler
remarquer
le plat

Slide 15 - Drag question

Devoirs
Apprendre: vocabulaire A F-N / N-F (zie leeroverzicht)

Neem deze periode elke les jouw laptop 
en jouw papieren boek mee!

Slide 16 - Slide