NUN 1F-2F A LE/LUI Examenopgaven maken 2.2 Groeten

les-informatie    nog niet af
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   oktober 2023

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenHBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

les-informatie    nog niet af
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   oktober 2023

Slide 1 - Slide

LE/LUI Examenopgaven maken
2.2 Oefenexamen Tekst 2

Je mag nog geen woordenboek gebruiken.

Oriëntatie op tekst 2 op p.195
Lees de titel, tussenkopjes, bron, datum, eerste zin en laatste zin. Bekijk de afbeelding.     >>>>

Slide 2 - Slide

p.194-195, tekst 2      de oriëntatie
de titel: ZEGGEN WE NOG HALLO?
de bron: Spits (Dat was een gratis krant met korte berichten.)
de datum: 3 september 2012 (Info is mogelijk verouderd.)
de eerste zin: "Hoe vaak zeg je iemand nog gedag op straat, gewoon een wildvreemde?"
de laatste zin: "(...) tot mijn verbazing word ik uit mijn droomwereld gewekt, door een vriendelijk mevrouw met een vrolijk 'hallo!''."
de afbeelding: foto van een groetende man

Slide 3 - Slide

p.194 Opdracht bij tekst 2 op p.195
Lees en maak p.194 en 195.
Lees ook de theorie!!!

Je krijgt maximaal 10 minuten.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

p.194, nummer 5
Wat is het belangrijkste doel van de schrijver?
timer
0:30
A
de lezer informeren over het nut van een Nationale Begroetingsdag.
B
de lezer informeren over verschillende manieren om mensen te groeten.
C
de lezer informeren over zijn eigen ervaringen met het groeten van mensen.

Slide 5 - Quiz

p.194, nummer 5
A nee. In de inleiding wordt wel verteld waarom er een Nationale Begroetingsdag is ingesteld, maar over het nut gaat het verder niet.
B nee. Er worden geen manieren van groeten besproken.
C ja. Het grootste deel van de tekst gaat over wat de schrijver meemaakt sinds hij is begonnen met wildvreemden te begroeten.

Slide 6 - Slide

p.194, nummer 6
Waarom is de Nationale Begroetingsdag bedacht?
timer
0:30
A
Men wil de manier waarop mensen groeten veranderen.
B
Men wil het gedrag van mensen op straat veranderen.
C
Men wil weten hoe vaak mensen elkaar op straat begroeten.

Slide 7 - Quiz

p.194, nummer 6
A nee. Er wordt niets vermeld over manieren van groeten.
B ja. In de inleiding staat dat het 'betreurend' is hoe vaak mensen elkaar op straat groeten. D.m.v. een Nationale Begroetingsdag wil men meer aandacht besteden aan andere mensen.
C nee. In de inleiding wordt al aangegeven dat mensen elkaar heel weinig begroeten.
d.m.v. - door middel van;  met, door

Slide 8 - Slide

p.194, nummer 7
In alinea 3 zegt de schrijver: '(...) waardoor een simpel 'hallo' uit mijn tenen lijkt te komen.'
Wat bedoelt hij daarmee?
timer
0:30
A
Hij moet nadenken over zijn groet.
B
Hij verbaast zicht over zijn groet.
C
Hij vindt het lastig om te groeten.

Slide 9 - Quiz

vanuit de tenen
manier om iets sterker te maken

Die zucht komt vanuit zijn tenen. (Hij zucht heel hard.)

Het emotionele lied komt uit haar tenen. (Zij zingt op zo'n manier dat de luisteraar begrijpt dat zij het gevoel kent waarover zij zingt.)

Slide 10 - Slide

p.194, nummer 8
Wat is de conclusie van de laatste alinea?

timer
0:30
A
Het groeten van mensen die je niet kent, geeft je vaak een goed gevoel.
B
Mensen die je niet kent groeten, is alleen prettig als ze er leuk op reageren.
C
Na een tijdje wordt het makkelijker om mensen te groeten die je niet kent.

Slide 11 - Quiz

p.194, nr. 8
De conclusie van een tekst staat meestal in het slot.

A nee. 'goed gevoel'  staat in alinea 3, over de eerste keer dat de schrijver een wildvreemde groet.
B nee. In alinea 4 staat iets over lastig als iemand niet teruggroet, maar het vervolg van de tekst gaat over het toch blijven doen.
C ja. In de slotalinea staat 'naarmate ik vaker een positieve reactie krijg, het me geen moeite meer kost'.

Slide 12 - Slide

Welke tip van p.194 is voor jou het belangrijkste?
Lees de hele tekst om het belangrijkste doel te vinden.
Lees de omringende tekst om een uitdrukking te begrijpen.

Slide 13 - Poll

huiswerk
Leer p.194 en 195.
Je moet alle woorden kennen.
bijvoorbeeld:   omringende tekst
                      de wildvreemde
                      het experiment
                      naarmate
van p.193        het kwartje valt

Slide 14 - Slide