Leerjaar 2 - Blok 1 - Fictie

Blok 1 - Fictie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Blok 1 - Fictie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

1) Je kunt het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
2) Je kunt voorbeelden geven van fictie en non-fictie.
3) Je kunt uitleggen of een verhaal realistisch is of niet.

Slide 2 - Slide

Fictie en non-fictie
Fictieverzonnen verhalen

vooral voor je plezier

realistisch / niet-realistisch
Voorbeelden:

leesboek
gedicht
stripverhaal
film
Non-fictie: niet verzonnen verhalen (echt gebeurd)

vooral om iets te weten te komen

realistisch
Voorbeelden:

schoolboek
nieuwsbericht
biografieën (levensbeschrijvingen)
reisverhalen

Slide 3 - Slide

Fictie

Verzonnen verhalen
Non-fictie

Werkelijkheid

Slide 4 - Slide

Welke fictieve verhalen (boeken, series of films) ken je?

Slide 5 - Mind map

Welke non-fictieve verhalen (boeken, series of films) ken je?

Slide 6 - Mind map

Hoe weet je of een boek bij je past?
  1. Titel lezen
  2. Omslag bekijken
  3. Flaptekst lezen
  4. Eerste bladzijden lezen
  5. Tips van anderen

Slide 7 - Slide

We lezen samen de tekst 
'Een vakantie van niks'
Let goed naar de volgende zaken:
Wie is het hoofdpersonage? 
Hoe weet je dat?
In welke tijd speelt het verhaal zich af?

Slide 8 - Slide

Wie zijn de hoofdpersonages?

Slide 9 - Open question

Hoe weet je dat Nazim en Daan de hoofdpersonen zijn?

Slide 10 - Open question

In welke tijd speelt het verhaal zich af?

Slide 11 - Open question

Welke aanwijzingen krijg je over de tijd in het verhaal te horen?

Slide 12 - Open question

Wat is fictie?

Slide 13 - Open question

Wat is non-fictie?

Slide 14 - Open question

Waar kan je aan zien of een verhaal bij je past?

Slide 15 - Open question

Wat hebben we geleerd?
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie.
Ik kan uitleggen of een verhaal meer of minder realistisch is.

Slide 16 - Slide