A3A - P4 - Les 2 - Koopkracht en procenten

H3 - Sparen en lenen

Les 2
Koopkracht en sparen
Procenten (herhaling)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H3 - Sparen en lenen

Les 2
Koopkracht en sparen
Procenten (herhaling)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Start + Welkom


  • Verband tussen koopkracht en spaargeld
  • Huiswerk bespreken
  • Procent rekenen (herhaling)

  • Aan de slag

  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Na deze les:
- kan je uitleggen wat het verband is tussen 
   spaargeld en koopkracht.
- kan je de rente berekenen als je leent of spaart.
- kan je een percentage berekenen.
- een procentuele stijging of daling berekenen

Slide 4 - Slide

Huiswerk check + bespreken huiswerk

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Koopkracht

de hoeveelheid producten die je kunt kopen

Koopkracht is afhankelijk van je inkomen 
en inflatie (= de hoogte van de prijzen)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Inflatie

Slide 9 - Slide

Verband sparen en koopkracht
  • Spaarrente > inflatie              koopkracht van spaargeld stijgt
      Het geld dat je op de bank hebt staan wordt meer waard,
      want je kunt er meer mee kopen.


  • Spaarrente < inflatie              koopkracht van spaargeld daalt
       Het geld dat je op de bank hebt staan wordt minder waard,
       want je kunt er minder mee kopen.

Slide 10 - Slide

% - deel van het geheel
Formule     deel : geheel x 100 = ........%

Slide 11 - Slide

% - van deel naar geheel
Formule     geheel : deel x 100 = ........

Aan het einde van het jaar ontvangt Sem € 13,50 rente van de bank. De bank vergoedt per jaar 1,7% rente. 
Bereken hoeveel geld Sem aan het begin van het jaar op zijn spaarrekening had staan. 

Slide 12 - Slide

Procentuele verandering
Formule     

Slide 13 - Slide

Procentuele verandering
Formule     (Nieuw - Oud) : Oud x 100 = ........%

Op 1 januari 2022 heeft Sem € 5.600 op zijn spaarrekening staan.
Op 1 januari 2023 is dit bedrag gestegen naar € 7.365. 
Bereken met hoeveel % het spaargeld van Sem is gestegen.  

Slide 14 - Slide

Teken een tijdslijn
Maak met behulp van een tijdslijn duidelijk wat er gebeurt.
  • 1 januari        € 2.000 spaargeld
  • 1 april             €      750 spaargeld opgenomen
  • 1 augustus   €      500 spaargeld gestort
Rente: 1,8% per jaar. Bereken hoeveel rente je dit jaar ontvangt.

    jan   feb   mrt   apr   mei   juni   juli   aug   sept   okt   nov   dec

Slide 15 - Slide

Samengestelde interest
Bedrag op spaarrekening na x perioden =
FORMULE ???

Slide 16 - Slide

Samengestelde interest
Bedrag op spaarrekening na x perioden =
FORMULE
startbedrag x groeifactor jaar
(1 + i) = groeifactor

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
Vincent zet € 12.000 op zijn spaarrekening. 
Hij krijgt 1,9% rente.

Bereken hoeveel geld er na 10 jaar op zijn spaarrekening staat.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
Vincent zet € 12.000 op zijn spaarrekening. 
Hij krijgt 1,9% rente.

Bereken hoeveel geld er na 10 jaar op zijn spaarrekening staat.

Uitwerking = startbedrag x groeifactor jaar
€ 12.000 x 1,01910 = € 14.485,15

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Vragen?
VRAGEN?

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
WAT?               Maak  opdracht 3.11 t/m 3.18
HOE?               Op papier, in je boek
MET WIE?      Met z'n 2-en       
GELUID?        Fluistertoon
TIJD?               10 minuten
KLAAR?          We bespreken 3.11 straks samen
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide