H3A - P4 - Les 2 - Sparen en koopkracht

Plattegrond
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Plattegrond

Slide 1 - Slide

H3 - Sparen en lenen

Les 2
Sparen en koopkracht

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Start + Welkom


  • Huiswerk bespreken
  • Verband koopkracht en sparen

  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
    Aan het einde van deze les:

    - weet je wat koopkracht en inflatie is.
    - kan je uitleggen wat het verband is tussen sparen en koopkracht.
    - kan je de rente berekenen als je spaart of leent.

    Slide 4 - Slide

    Slide 5 - Slide

    Koopkracht

    de hoeveelheid producten die je kunt kopen

    Koopkracht is afhankelijk van je inkomen 
    en inflatie (= de hoogte van de prijzen)

    Slide 6 - Slide

    Inflatie

    Slide 7 - Slide

    Slide 8 - Slide

    Verband sparen en koopkracht
    • Spaarrente > inflatie              koopkracht van spaargeld stijgt
        Het geld dat je op de bank hebt staan wordt meer waard,
        want je kunt er meer mee kopen.


    • Spaarrente < inflatie              koopkracht van spaargeld daalt
         Het geld dat je op de bank hebt staan wordt minder waard,
         want je kunt er minder mee kopen.

    Slide 9 - Slide

    Rente berekenen
    Ronald heeft € 2.400 op zijn spaarrekening staan. 
    Hij ontvangt hierover 1,7% rente.

    Bereken: Hoeveel geld heeft hij na een jaar op zijn spaarrekening staan?

    Slide 10 - Slide

    Rente berekenen
    Ronald heeft € 2.400 op zijn spaarrekening staan. 
    Hij ontvangt hierover 1,7% rente.

    Bereken: Hoeveel geld heeft hij na een jaar op zijn spaarrekening staan?
    Antwoord:    € 2.400 : 100 x 1,7 = € 40,80 + € 2.400 = € 2.440,80

    Slide 11 - Slide

    Vragen?
    VRAGEN?

    Slide 12 - Slide

    Aan de slag!
    WAT?               Maak  alle opdrachten t/m 3.8
    HOE?               Op papier, in je boek
    MET WIE?      Met z'n 2-en       
    GELUID?        Fluistertoon
    TIJD?               10 minuten
    KLAAR?          We kijken samen opdracht 3.3. Zie antwoorden op
                               Teams.
    Ga verder met opdracht 3.9
    timer
    10:00

    Slide 13 - Slide

    Slide 14 - Slide