6.2 Stroomsterkte

6.2 Stroomsterkte
Leerdoelen

Je kent:
  • Het begrip en het symbool stroomsterkte en ampère
  • Het verschil tussen geleiders en isolatoren
  • Een aantal geleiders en isolatoren
Je kunt:
  • Rekenen met stroomsterkte en ampère


1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

6.2 Stroomsterkte
Leerdoelen

Je kent:
  • Het begrip en het symbool stroomsterkte en ampère
  • Het verschil tussen geleiders en isolatoren
  • Een aantal geleiders en isolatoren
Je kunt:
  • Rekenen met stroomsterkte en ampère


Slide 1 - Slide

Stroomsterkte
Er zijn twee groepen stoffen: Stoffen die stroom doorlaten en stoffen die geen stroom doorlaten. Stoffen die stroom doorlaten noemen we geleiders. Alle metalen (zoals ijzer, zilver, goud, koper, lood) zijn geleiders en daarbij ook grafiet (een koolstof-variant die bijvoorbeeld in je potlood zit). Isolatoren laten geen stroom door. Voorbeelden van isolatoren zijn; lucht, hout, plastic en gum.

Als we een lamp willen laten branden op een batterij is het niet genoeg om de batterij naast de lamp te brengen. De stroom kan dan niet via de lucht naar de lamp, want lucht is een isolator. Om de lamp te laten branden moeten we een geleider tussen de batterij en de lamp plaatsen, bijvoorbeeld een koper draad. Maar ook met één koper draad gaat de lamp niet branden. Stroom moet namelijk altijd van de batterij naar de lamp en ook weer terug. Zo krijg je een gesloten stroomkring en zal de lamp gaan branden.
We meten stroomsterkte in Ampère (A). Hoe meer ampère er door een draad loopt, hoe groter de stroomsterkte is. Soms is er heel weinig stroom en dan kunnen we het beter meten in milliampère (mA). 1 A staat gelijk aan 1000 mA (net als 1 meter gelijk staat aan 1000 millimeter).

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Is glas een isolator of een geleider? Leg uit waarom je dat denkt.

Slide 4 - Open question

Is een potlood een isolator of een geleider? Leg uit waarom je dat denkt.

Slide 5 - Open question

Reken om:
2,4 A =............. mA

Slide 6 - Open question

Reken om:
0,095 A =............. mA

Slide 7 - Open question

Reken om:
1350 A =............. mA

Slide 8 - Open question

Reken om:
40 A =............. mA

Slide 9 - Open question

Reken om:
4,5 kA =.......... mA

Slide 10 - Open question

Reken om:
300 A =.............. kA

Slide 11 - Open question

Klaar

Slide 12 - Slide