What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taalverzorging
Het bijvoeglijk naamwoord
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
DOEL
- je kunt
lidwoorden
,
zelfstandige naamwoorden
,
bijvoeglijke naamwoorden en
werkwoorden
herkennen.
woordsoorten
Slide 2 - Slide
Noem alle lidwoorden
Slide 3 - Open question
HERHALING grammatica woordsoorten
Slide 4 - Slide
HERHALING grammatica woordsoorten
Slide 5 - Slide
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 6 - Quiz
Zelfverzekerd is een....
A
zelfstandig naamwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 7 - Quiz
Aardig
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 8 - Quiz
Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord
Slide 9 - Quiz
Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal?
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
voor het zelfstandig naamwoord
Slide 10 - Quiz
De leuke, blonde jongen keek lachend naar het meisje
zelfst. naamwoord
lidwoord
bijv. naamwoord
werkwoord
Slide 11 - Drag question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Uitleg
De volgende dia's leggen alles nog een keer kort uit
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Wat is het verwijswoord in de volgende zin
Ik heb nieuwe kleren gekocht. Wil je ze zien
A
heb
B
wil
C
je
D
ze
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
In de volgende zin verwijst --> ze naar?
Gisteren deed Kiki de was. Ze was snel klaar.
A
Gisteren
B
de was
C
deed
D
Kiki
Slide 22 - Quiz
Naar wie verwijst in de volgende zin het woord --> ze.
Marieke heeft een tijdschrift gekocht en ze leest dat nu tijdens de les
A
een tijdschrift
B
tijdens de les
C
Marieke
D
heeft
Slide 23 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
Bij de nieuwe school zijn bankjes geplaatst
A
school
B
nieuwe
C
de
D
bankjes
Slide 24 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
Marco heeft de gratis app van The Voice of Holland gedownload
A
Marco
B
heeft
C
van
D
gratis
Slide 25 - Quiz
Hoofdstuk 5
Verleden tijd van zwakke werkwoorden
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Zwakke werkwoorden in de verledentijd
veranderen niet van klank er komt alleen maar de(n) of te(n) achter. Zoals bij:
ik kook - ik kookte
ik vis - ik viste
ik verf - ik verfde
ik verhuis - ik verhuisde
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
(gooien) Mijn zusje ..........al haar tijdschriften bij het oud papier.
Wat moet op de ..........
A
gooite
B
gooide
C
gooiden
D
gooiten
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Slide
(koken) Gisteren ......... ik wat lekkers voor mijn ouders.
wat moet op de .........?
A
kookde
B
kookden
C
kookte
D
kookten
Slide 34 - Quiz
More lessons like this
Nederlands H5 taalverzorging v.t van zwakke werkwoorden
May 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Nederlands samenvatting H5 deel b
March 2020
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Oefenen taalverzorging H5 & H6
June 2021
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
3tl hfd 3 Grammatica woordsoorten KLASS (3)
May 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
HV2 week 7-1 les 3 Grammatica H5 werkwoorden de tijden, bedrijvende en lijdende zinnen
February 2023
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1hm grammatica woordsoorten les 5
April 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
woordsoorten
March 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2