H 1 - 3

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Mens en Activiteit

Hoofdstuk 1 - 3

Een kinderopvang is een verzamelterm voor verschillende mogelijkheden om kinderen:

1. Op te vangen als de kinderen niet naar school gaan of hun ouders niet thuis zijn
2. Op te vangen als de kinderen ziek of gehandicapt zijn
3. Op te vangen en is gericht op onderwijs
4. Na school op te vangen

Wat is een brede school?

1. Een basisschool die samenwerkt met een middelbare school
2. Een basisschool die samenwerkt met verschillende organisaties
3. Een basisschool gericht op een brede doelgroep
4. Een basisschool gericht op een breed pakket

Voor wie is dagbesteding?

Welke mensen wonen in een verpleeghuis?

1. Mensen die geopereerd moeten worden
2. Mensen die niet graag alleen wonen
3. Mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.
4. Mensen met een indicatie voor thuiszorg

Waarom thuiszorg?

Noem 2 crisisopvangcentra

Leg uit wat een reflexbeweging is en geef met een voorbeeld aan waarom de reflexbewegingen belangrijk zijn voor baby's

Wat is een doelgroep?

1. een groep mensen waar je je activiteit op richt
2. een groep mensen die iets met elkaar gemeen hebben
3. een groep mensen die samen activiteiten ondernemen
4. een groep mensen die allemaal hetzelfde willen

Wat is zindelijkheid

1. dag baby's en peuters alles in hun omgeving willen ontdekken
2. dat baby's en peuters nog een luier moeten dragen
3. dat kinderen goed luisteren naar hun ouders en doen wat ze vragen
4. dat kinderen zelf kunne voelen wanneer ze naar de WC moeten

Wat is een voorbeeld van egocentrisch gedrag (ik-gericht) van een peuter

1. de peuter neemt een voorbeeld aan zijn ouders
2. de peuter gaat huilen als een vreemde hem aanspreekt
3. de peuter denkt dat alles alleen om hem gaat
4. de peuter laat eigenwijs gedrag zien.

Activiteiten voor peuters

Wat is een sociaal kenmerk van een puber

1. een puber heeft zelfden een conflict met zijn ouders
2. De puber denkt eerst verstandig na voordat hij iets gaat doen.
3. Een puber wil graag bij een bepaalde groep horen
4. Tijdens de puberteit worden de opvattingen van de ouders belangrijker

Waar moet je op letten als je activiteiten voor ouderen organiseert

Wat betekent het dat Nederland een multiculturele samenleving is?

1. Dat er meerdere culturen samengaan tot 1 cultuur
2. Dat er 1 cultuur in Nederland is
3. Dat er verschillende subculturen van jongeren zijn
4. Dat het door meerdere culturen wordt bevolkt

Geloof, rolverdeling man/vrouw, muziek, tradities, waarden en normen en politiek zijn voorbeelden van :

1. Cultuurkenmerken
2. Cultuuroverdracht
3. Leefkenmerken
4. Sociale structuren

Leg uit wat het verschil is tussen een formeel gesprek en een informeel gesprek