Les 2: De pruikentijd

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Tijd: 7 min

Handeling: De docent verwelkomt de leerlingen bij de deur en geeft aan dat ze hun mobiel in de telefoontas moeten doen. Daarna mogen de leerlingen in het lokaal gaan zitten. 

Verantwoording: 

Peter Teitler,  lessen in orde: 

Voorspelbaarheid in aandacht: Eerste stap in voorspelbaarheid in aandacht geven binnen mijn lessen (elke les de leerlingen verwelkomen bij de deur, mobieltjes in de telefoontas, etc.) (blz.79)

Maak contact:  (Bernes: 'weg naar een goede relatie') Door aan het begin van de les bij de deur te staan en de leerlingen te verwelkomen geef je de leerlingen het gevoel dat ze gezien zijn/ welkom zijn.  (blz. 47-48)

Gebruik maken van vaste patronen: door structuur aan te brengen binnen mijn lessen is het volgen Teitler makkelijker om orde te houden.

De vijf rollen van de leraar: gastheer (welkomsgevoel creëren en het idee dat ik alle leerlingen gezien heb bij binnenkomst)

Tijdvak 7: Pruiken en revoluties

Periode vroegmoderne tijd (1500-1800)

Je bent stil en luistert naar elkaar

(tenzij de docent jou de beurt geeft)

Maak aantekeningen

Schrijf de belangrijkste informatie op in je schrift

Waar zitten we in de tijdlijn?

Maak aantekeningen

Schrijf de belangrijkste informatie op in je schrift

Je bent stil en luistert naar elkaar

(tenzij de docent jou de beurt geeft)

Les 1:

§2.1: De Pruikentijd

Je bent stil en luistert naar elkaar

(tenzij de docent jou de beurt geeft)

De Nederlandse economie

in de 17e en 18e eeuw

Je bent stil en luistert naar elkaar

(tenzij de docent jou de beurt geeft)

- Nijverheid en handel gaat achteruit

- Bedrijven minder winst --> toenemende werkloosheid en armoede

- Klein groepje mensen blijven rijk --> geld uitlenen en rente vragen

Economie Nederland 18e eeuw

Je bent stil en luistert naar elkaar

(tenzij de docent jou de beurt geeft)

• Naast rijkdom ook veel grote armoede onder bevolking
  
• Boeren woonden in krotten en hutten 

• Franse samenleving is verdeeld in een standenmaatschappij
• Iedere stand had eigen rechten en plichten

Frankrijk 18e eeuw

1e stand = Geestelijken (Mensen met een functie binnen de katholieke kerk)

2e stand = de Adel (Mensen met titels als baron of graaf)

3e stand = De rest v.d. bevolking (bijv. dokters, advocaten, werklieden,                                                                         boeren en mensen uit de steden)

Rechten en plichten standen:

90% 

v.d. bevolking

10%

v.d. bevolking

Rechten en plichten standen:

1e stand = Geestelijken

Plicht:

Bidden en geloof verspreiden

Rechten:

- Geen belasting te betalen    - Huur vragen voor land

- Hoeven niet in het leger

Rechten en plichten standen:

1e stand = Geestelijken

2e stand = de Adel

Plicht:

Bidden en geloof verspreiden

Rechten:

- Geen belasting te betalen    - Huur vragen voor land

- Hoeven niet in het leger

Plicht:

- Moet land beschermen (leger)

Rechten:

- Huur vragen voor land - Geen belasting betalen

- Belasting innen               - Mochten mee besturen

Rechten en plichten standen:

1e stand = Geestelijken

2e stand = de Adel

Plicht:

Bidden en geloof verspreiden

Rechten:

- Geen belasting te betalen    - Huur vragen voor land

- Hoeven niet in het leger

Plicht:

- Moet land beschermen (leger)

Rechten:

- Huur vragen voor land  - Geen belasting betalen

- Belasting innen               - Mochten mee besturen

3e stand = De rest v.d. bevolking

Plichten:

- Belasting betalen (voor grond, per persoon, zout, etc.)

- Soldaat worden in het leger (mannen)

- Betalen huur

Recht:

- Hadden geen rechten

Leerdoelen

Je kunt nu:

1. uitleggen aan de hand van 2 voorbeelden hoe het ging met de Nederlandse economie;
2. uitleggen hoe de standenmaatschappij er in Frankrijk uitzag in de 18e eeuw;
3.  uitleggen welke rechten en plichten de drie standen in Frankrijk hadden;

Je bent stil en luistert naar elkaar

(tenzij de docent jou de beurt geeft)

Bij een vraag steek je hand op

(roep dus niet door de klas)

Tijd: 1 min