(3havo/vwo) H8 bronnen water op aarde paragraaf 4

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H5 water op aarde + B118, B119, B120,B187
  • maken opdracht 2,3,4,5,6,7,8
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • dat er een ongelijke verdeling is van water op aarde
  • welke soorten watergebruik er zijn
  • wat de lokale en mondiale gevolgen zijn van een watervoetafdruk
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H5 water op aarde + B118, B119, B120,B187
  • maken opdracht 2,3,4,5,6,7,8
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • dat er een ongelijke verdeling is van water op aarde
  • welke soorten watergebruik er zijn
  • wat de lokale en mondiale gevolgen zijn van een watervoetafdruk

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Slide

1. Watervoetafdruk

Slide 4 - Slide

Hoe bereken je de watervoetafdruk?
 Als je alle producten die mensen dagelijks kopen bij elkaar optelt, kom je uit op gemiddeld 4.000 liter water per persoon per dag. 

Dus: 
Door al het water dat nodig is bij het maken van producten die mensen kopen op te tellen krijg je de watervoetafdruk .

Slide 5 - Slide

2. Drie waterbronnen 

Slide 6 - Slide

3 soorten waterbronnen voor het verbouwen van producten:
1: Regenwater 
85% van de gewassen in de landbouw is ervan afhankelijk
2: Oppervlakte water 
Water uit meren en rivieren
3: Grondwater 
Water uit Aquifers 

Slide 7 - Slide

3. Economische waterschaarste

Slide 8 - Slide

3. 
Bij economische waterschaarste is er wel genoeg water, maar is er te weinig geld en technische kennis aanwezig om het water op te pompen, op te slaan of schoon te maken.

Slide 9 - Slide

4. Waterbalans

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

5. Grondwater

Slide 12 - Slide

6. Draineren en irrigatie

Slide 13 - Slide

Draineren
Het kunstmatig verlagen van het grondwaterpeil

Hoe doe je dit?
Je legt dan in de grond buizen met gaatjes, hierdoor kun je het water laten weglopen.

Slide 14 - Slide

Irrigeren (irrigatie)
Wat:  betekent bevloeien of water opbrengen.
Hoe: 
Druppel irrigatie
Oppervlakte-irrigatie
Beregening
Nadeel:
Verzilting= het zout worden van de bodem.

Slide 15 - Slide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 H5 water op aarde + B118, B119, B120,B187
maken opdracht 2,3,4,5,6,7,8
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 126/127
  • werkboek blz. 68/69
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 16 - Slide

herhalen/nabespreken

Slide 17 - Slide

Hoe kan het dat er midden in een woestijn akkers liggen?
A
Door stuwingsneerslag
B
Door aquifers
C
Door oppervlakte water
D
Door import

Slide 18 - Quiz

Wat is er aan de hand als er sprake is van economische waterschaarste?
A
Er is wel genoeg water, maar er wordt te veel verspild door verouderde infrastructuur en goedkope irrigatietechnieken.
B
Er is in de toekomst te weinig water door een te laag welvaartspeil.
C
Er is wel water maar er is te weinig geld en kennis om het te kunnen gebruiken.
D
Er is te weinig water aanwezig door een te droog klimaat of het ontbreken van voldoende oppervlaktewater en grondwater

Slide 19 - Quiz

Wateroverschot
Potentiële verdamping
Watertekort
Neerslag in mm

Slide 20 - Drag question

Condensatie
Verdamping
Verdamping
Neerslag (regen)
Korte 
waterkring-
loop
Afwatering
Grondwaterafvoer
Langewaterkringloop
Condensatie
Evapotranspiratie
Neerslag (regen)
Afwatering
Neerslag (sneeuw)

Slide 21 - Drag question