This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Waarom is dit in het nieuws ?
Slide 1 - Slide
1. Je weet wat de watervoetafdruk is en hoe het wordt berekend.
2. Je weet wat de drie waterbronnen zijn die gebruikt worden voor het maken van producten.
3. Je kan uitleggen wat economische waterschaarste is en wat de reden zijn voor het tekort op sommige plekken
4. Je weet wat de waterbalans is en je kan aan de hand van een grafiek uitleggen wat voor gevolgen dit heeft voor de omgeving.
5. Je weet wat grondwater is, hoe het ontstaat, wat de verschillende soorten zijn en hoe ze heten.
Lesdoelen:
6. Je weet wat Draineren en irrigatie is en waar het voor bedoeld is.
7. Je kan uitleggen hoe de:
lange waterkringloop en de korte waterkringloop werkt.
Slide 2 - Slide
Woensdag 31 maart
Vandaag:
Paragraaf 4 + basisboek onderdeel
Toets vraag moment + race
Lesdoelen herhalen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
1. Watervoetafdruk
Slide 5 - Slide
Hoe bereken je de watervoetafdruk?
Als je alle producten die mensen dagelijks kopen bij elkaar optelt, kom je uit op gemiddeld 4.000 liter water per persoon per dag.
Dus:
Door al het water dat nodig is bij het maken van producten die mensen kopen op te tellen krijg je de watervoetafdruk .
Slide 6 - Slide
De watervoetafdruk van een land wordt bepaald door: welvaart, eetgewoonten, klimaat en landbouwmethoden.
Bedenk bij elk een voorbeeld.
Slide 7 - Open question
2. Drie waterbronnen
Regenwater
Grondwater
Oppervlaktewater
Slide 8 - Slide
Hoe kan het dat er midden in een woestijn akkers liggen?
A
Door stuwingsneerslag
B
Door aquifers
C
Door oppervlakte water
D
Door import
Slide 9 - Quiz
3 soorten waterbronnen voor het verbouwen van producten:
1: Regenwater
85% van de gewassen in de landbouw is ervan afhankelijk
2: Oppervlakte water
Water uit meren en rivieren
3: Grondwater
Water uit Aquifers
Slide 10 - Slide
3. Economische waterschaarste
Slide 11 - Slide
3.
Bij economische waterschaarste is er wel genoeg water, maar is er te weinig geld en technische kennis aanwezig om het water op te pompen, op te slaan of schoon te maken.
Slide 12 - Slide
Wat is er aan de hand als er sprake is van economische waterschaarste?
A
Er is wel genoeg water, maar er wordt te veel verspild door verouderde infrastructuur en goedkope irrigatietechnieken.
B
Er is in de toekomst te weinig water door een te laag welvaartspeil.
C
Er is wel water maar er is te weinig geld en kennis om het te kunnen gebruiken.
D
Er is te weinig water aanwezig door een te droog klimaat of het ontbreken van voldoende oppervlaktewater en grondwater
Slide 13 - Quiz
Waarom komt in Afrika economische waterschaarste voor?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
4. Waterbalans
Slide 16 - Slide
Wateroverschot
Potentiële verdamping
Watertekort
Neerslag in mm
Slide 17 - Drag question
Slide 18 - Slide
5. Grondwater
Slide 19 - Slide
Ga staan als je denk dat dit klopt
Waar of niet waar?
Een kilo rundvlees kost 10.000 liter water. In dat getal zit ook het water dat nodig is voor het verbouwen van veevoer.
In een warm en droog klimaat is de waterbalans positief.
Een land met een droog klimaat moet veel oppervlakte- water of grondwater gebruiken als het watergebruik stijgt.
Je kunt het watergebruik veranderen door producten in de supermarkt te kopen die weinig water verbruiken.
Zuinig zijn met kraanwater levert de meeste waterbesparing op.
Slide 20 - Slide
6. Draineren en irrigatie
Slide 21 - Slide
Draineren
Het kunstmatig verlagen van het grondwaterpeil
Hoe doe je dit?
Je legt dan in de grond buizen met gaatjes, hierdoor kun je het water laten weglopen.
Slide 22 - Slide
Irrigeren (irrigatie)
Wat: betekent bevloeien of water opbrengen.
Hoe:
Druppel irrigatie
Oppervlakte-irrigatie
Beregening
Nadeel:
Verzilting= het zout worden van de bodem.
Slide 23 - Slide
7. Waterkringloop
Slide 24 - Slide
Condensatie
Verdamping
Verdamping
Neerslag (regen)
Korte
waterkring-
loop
Afwatering
Grondwaterafvoer
Langewaterkringloop
Condensatie
Evapotranspiratie
Neerslag (regen)
Afwatering
Neerslag (sneeuw)
Slide 25 - Drag question
1. Je weet wat de watervoetafdruk is en hoe het wordt berekend.
2. Je weet wat de drie waterbronnen zijn die gebruikt worden voor het maken van producten.
3. Je kan uitleggen wat economische waterschaarste is en wat de reden zijn voor het tekort op sommige plekken
4. Je weet wat de waterbalans is en je kan aan de hand van een grafiek uitleggen wat voor gevolgen dit heeft voor de omgeving.
5. Je weet wat grondwater is, hoe het ontstaat, wat de verschillende soorten zijn en hoe ze heten.
Lesdoelen:
6. Je weet wat Draineren en irrigatie is en waar het voor bedoeld is.
7. Je kan uitleggen hoe de:
lange waterkringloop en de korte waterkringloop werkt.