Hoofdstuk 3.1 deel 2

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Lesdoelen

• Ik kan uitleggen op welke manieren ik kan betalen

• Ik kan het banksaldo berekenen

• Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een creditsaldo en een debetsaldo

Wat weet je nog van de vorige les?

Elektronisch betalen

Het geld gaat via jouw rekening naar de rekening van iemand anders. 

Voorbeeld:

- internetbankieren

- webwinkel (Ideal, creditcard)

- betaalautomaat (pinpas)

Creditcard

• boven de 18 jaar
• geld voorschieten
• eind van de maand terug betalen
• rente

Banksaldo berekenen

Nieuw saldo berekenen:
Pieter heeft € 500,- op zijn bank staan op 1 januari
Op 4 januari koopt hij een tafel van € 250,-
Op 20 januari krijgt hij € 300,- loon.
Hoeveel euro heeft Pieter op 31 januari op zijn bank staan?

Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven

         € 100

    Creditsaldo

       - € 100

    Debetsaldo

Dus wat voor saldo heeft Pieter op zijn bank staan?

1. Debetsaldo
2. Creditsaldo

Huiswerk:

BB + KB: lezen & maken blz. 72 + blz. 73

TL: lezen & maken blz. 74 + blz. 75

HAVO: lezen & maken blz. 16 t/m blz. 19