Les 9 en 10 NAH

Doelgroepen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Doelgroepen

Slide 1 - Slide

Programma 
  • Lesdoelen
  • Terugblik LVB/MVB
  • Opdrachten handboek LVB/MVB/EVB/ZEVB
  • Verkennen:  NAH
  • Evaluatie en vooruitblik


  • Waar wil je meer over weten?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:

•  Aan het einde van de les heb ik kennis gemaakt met mensen met Niet aangeboren Hersenletsel (NAH).

Slide 3 - Slide

Terugblik
> LVB/MVB


Slide 4 - Slide

Terugblik LVB
Wanneer spreek je over LVB?

Een beperking die gekenmerkt wordt door belangrijke tekortkomingen in zowel intellectueel functioneren (IQ) als in adaptief functioneren (denken en handelen in lijn met kalenderleeftijd en normen binnen de geldende cultuur)

1. Cognitieve ontwikkeling:
 IQ tussen 50 en 70 (mentale leeftijd 5 tot 7 jaar) of
 IQ tussen 70 en 85 (mentale leeftijd 7 tot 12 jaar) – zwak begaafd.

2. Conceptuele, sociale en praktische adaptieve vaardigheden 
-  Conceptuele adaptieve vaardigheden: cognitieve, communicatieve en schoolse vaardigheden.
 (lezen, geheugen, schrijven, rekenen)
 - Sociale adaptieve vaardigheden: sociale vaardigheden, zoals contact maken met een ander of het omgaan met kritiek.
 - Praktische adaptieve vaardigheden: vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig te wonen en te leven.



Slide 5 - Slide

Opdracht 1
> Zoek je duopartner op
> Kijk naar elkaars handboek over LVB/MVB en misschien heb je EVB en ZEVB ook al af?
> Welke verschillen/overeenkomsten zijn er?
> Wat heeft de ander goed verwerkt en 
wat zou nog beter kunnen?

timer
10:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Niet aangeboren hersenletsel (NAH)
Schade aan de hersenen door trauma of niet-traumatische oorzaak

  • Kenmerken
  • Dagelijkse praktijk en vaktermen
  • Behandeling/begeleiding


Slide 8 - Slide

Bij hoeveel mensen in NL is NAH gediagnosticeerd?
A
ca. 350.000
B
ca. 650.000
C
ca. 850.000
D
ca. 1.000.000

Slide 9 - Quiz

Kenmerken
COGNITIEVE STOORNISSEN
Stoornissen in waarneming en oriëntatie, tempo van informatieverwerking, concentratie/aandacht, geheugen, handelen (apraxie) en taal (afasie).

GEDRAGSVERANDERINGEN
Emotionele reacties of juist afwezigheid van emotionele reacties (apathie), agressie en agitatie, sociaal onaangepast gedrag, ontremd en impulsief gedrag.





Slide 10 - Slide

PSYCHISCHE OF PSYCHIATRISCHE STOORNISSEN
Stemmingsstoornissen, denk- en waarnemingsstoornissen (psychosen, waanideeën, hallucinaties), angst, dwang, posttraumatische stressstoornissen en verslavingsproblematiek.
FYSIEKE STOORNISSEN
Motorische stoornissen (krachtverlies en coördinatiestoornissen, spasticiteit), pijnklachten van hoofd, nek, schouder, rug en extremiteiten, vermoeidheid, zintuiglijke en seksuele stoornissen.
PSYCHISCHE STOORNISSEN
Stemmingsstoornissen, denk- en waarnemingsstoornissen (psychosen, waanideeën, hallucinaties), angst, dwang, posttraumatische stressstoornissen en verslavingsproblematiek.

FYSIEKE STOORNISSEN
Motorische stoornissen (krachtverlies en coördinatiestoornissen, spasticiteit), pijnklachten van hoofd, nek, schouder, rug en extremiteiten, vermoeidheid, zintuiglijke en seksuele stoornissen.

Slide 11 - Slide

Dagelijkse praktijk
> Zowel intra- ,extra- (ambulant), als semimuraal. 

> Woonvormen, thuis, dagbesteding, behandelsetting.

> Terminologie: Apraxie, afasie, apathie.

> Video: 
- Welke mogelijkheden en beperkingen hoor/zie je?
- Wat zou jij in deze setting als (P)BMZ voor werkzaamheden kunnen doen?
- Zou je willen werken met mensen met NAH? Waarom wel/niet?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Video
- Welke mogelijkheden en beperkingen hoor/zie je?
- Wat zou jij in deze setting als (P)BMZ voor werkzaamheden kunnen doen?
- Zou je willen werken met mensen met NAH? Waarom wel/niet?

Slide 14 - Slide

Behandeling/begeleiding
> Revalidatie : motoriek, persoonlijke verzorging, cognitie, communicatie, belastbaarheid e.a.
> Persoonlijke verzorging : wassen, aankleden, eten, medicijnen e.a.
> Hulp in de huishouding
> Dagbesteding; (aangepast) werk
> Begeleiding : plannen en organiseren, financiën en administratie e.a.
> Psycho- educatie
> Aanpassingen woning/werk/vervoer, hulpmiddelen, samenwerking Ergotherapeut.


Slide 15 - Slide

Aandachtspunten
> Biedt structuur en ordening (dag, kast, kleding etc.)
> Zorg voor een rustige eenduidige benadering, mag waar nodig directief, bekrachtigend en bevestigend
> Zorg voor een prikkelarme omgeving
> Houdt rekening met de impact van NAH en de veranderingen die het met zich kan brengen
> Houdt contact met mantelzorgers en betrek hen bij de zorg
> Houdt rekening met draagkracht en draaglast
> Leer compensatie strategieën aan (alarm, agenda)
> Geef nieuwe informatie stap voor stap
> Pas op voor overvragen: 1 opdracht tegelijk
> Werk samen met andere disciplines (psycholoog, fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut e.a.)

Slide 16 - Slide