Als je een dier gaat voeren kijk je naar het
eetpatroon van de dieren.
Herbivoren eten de hele dag door planten. Dit moeten ze doen, omdat er in planten weinig voedingstoffen zitten.
Carnivoren vangen een prooi en eten hier snel van. In vlees zitten veel voedingstoffen en hoeven ze dus minder te eten. Daarna hebben ze heel de dag de tijd om uit te rusten.
Dieren hebben zich aangepast aan hun eten in het wild. Hier moet je met voeren rekening mee houden.