Voornaamwoorden

• Klassieke Talen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Welk voornaamwoord zou passen op de plek van het onderstreepte woord?

Welke zielen zie jij in de Tartaros?

1. τίς
2. ἁς
3. ταυτας
4. τίνας

Wat voor voornaamwoorden zijn de onderstreepte woorden:

Dit gesprek, dat Plato beschrijft, heeft in werkelijkheid niet plaatsgevonden.

1. betrekkelijk, aanwijzend
2. aanwijzend, geen voornaamwoord maar voegwoord
3. aanwijzend, betrekkelijk
4. aanwijzend, aanwijzend

Wat voor voornaamwoorden zijn de onderstreepte woorden:
Welke mensen zijn dat, wier zielen gekweld worden?

1. onbepaald en betrekkelijk
2. onbepaald en aanwijzend
3. vragend en aanwijzend
4. vragend en betrekkelijk

Wat voor voornaamwoorden  zijn de onderstreepte woorden:

Van iemand, die geen fouten heeft gemaakt, ziet de ziel er beter uit.

1. onbepaald en aanwijzend
2. aanwijzend en betrekkelijk
3. onbepaald en betrekkelijk
4. persoonlijk en betrekkelijk

Wat voor voornaamwoord is het onderstreepte woord: 

Mensen die onherstelbare fouten hebben gemaakt, hebben een beschadigde ziel.

1. aanwijzend
2. vragend
3. betrekkelijk
4. onbepaald

Voornaamwoorden

Wat is wat in Nederlands en Grieks

Wat voor voornaamwoord is het onderstreepte woord: 

Die slechte zielen zijn allemaal beschadigd.

1. betrekkelijk
2. aanwijzend
3. persoonlijk
4. onbepaald

Wat voor voornaamwoord is het onderstreepte woord: 

De rechters bepalen welke zielen naar de Tartaros gaan.

1. vragend
2. betrekkelijk
3. onbepaald
4. aanwijzend

Wat voor voornaamwoord is het onderstreepte woord: 

Homerus heeft niet geschreven over een of andere Thersites.

1. vragend
2. onbepaald
3. persoonlijk
4. betrekkelijk

Wat voor voornaamwoord is het onderstreepte woord: 
Socrates reageert op Kallikles, met wie hij al een tijdje in gesprek is.

1. vragend
2. onbepaald
3. aanwijzend
4. betrekkelijk

Wat voor voornaamwoorden zijn de onderstreepte woorden:
Sommige mensen geloven niet dat Socrates echt bestaan heeft.

1. onbepaald, geen voornaamwoord maar voegwoord
2. geen voornaamwoord maar bijvoeglijk naamwoord, betrekkelijk
3. geen voornaamwoord maar bijvoeglijk naamwoord, geen voornaamwoord maar voegwoord
4. onbepaald, aanwijzend

Wat voor voornaamwoord is het onderstreepte woord: 

Wie dit leest, is gek.

1. vragend
2. betrekkelijk
3. aanwijzend
4. onbepaald

Wie dit leest is gek

= hij, die dit leest is gek

die: betrekkelijk voornaamwoord

hij: antecedent

je spreekt in dit geval van een betrekkelijk voornaamwoord met een ingesloten antecedent.

Welk van deze Griekse voornaamwoorden vertaal je niet met 'die'?

1. ὁδε
2. οὑτος
3. τις
4. ὁς

Welk van deze voornaamwoorden is niet aanwijzend?

1. ἐκεινος
2. αὐτος
3. ὁδε
4. οὑτος

Wat betekenen der onderstreepte woorden?

αὐτος ὁ Ζευς αὐτους εἰς τον Ταρταρον ἀπεπεμψεν.

1. zelf, dezelfde
2. zelf, zelf
3. dezelfde, hen
4. zelf, hen

Welk voornaamwoord zou passen op de plek van de onderstreepte woorden?

De machthebber van wie de ziel het meest beschadigd is, wordt het zwaarst gestraft.

1. τινος
2. αὐτου
3. οὑ
4. τουτου

aanwijzend

onbepaald

betrekkelijk

ἡδε

οὐδεις

ταυτας

ὁστις

τινων

ἐκεινοις

οὑς

Welk voornaamwoord zou passen op de plek van het onderstreepte woord?

De zielen komen aan en de rechters beoordelen hen.

1. ταυτας
2. αὐτας
3. τασδε
4. ἐκεινας

Persoonlijk voornaamwoord voor de 3e persoon

het Grieks heeft alleen persoonlijke voornaamwoorden voor de 1e en 2e persoon (dus ik, jij, wij, jullie). Voor de 3e persoon (hij, zij, het, zij) worden andere voornaamwoorden gebruikt ter vervanging:

αὐτος :bepalend vnw., in deze betekenis nooit in de nominativus!

ὁδε, οὑτος, ἐκεινος: aanwijzend vnw., in alle naamvallen

ἡμᾶς is een

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. onbepaald vnw

ἐμός is een

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. betrekkelijk vnw
4. aanwijzend vnw

αὗται is een

1. bepalend vnw
2. persoonlijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. betrekkelijk vnw

let op de spiritus!
οὗτος,αὕτη, τοῡτο: aanwijzend vnw.

αὐτός, αὐτή, αὐτό: bepalend vnw., vaak gebruikt als persoonlijk vnw.

Hoe vertaal je ταῦτα?

1. dat
2. die dingen
3. die mensen
4. hen

Hoe vertaal je τινες?

1. wie
2. iemand
3. welke mensen
4. sommige mensen

Hoe vertaal je dan dus τινα?

Hoe vertaal je αὐτους?

1. hem
2. zelf
3. die
4. hen