voorbereiding TW klas 3

Welkom
Doelen van de les
voorbereiding op de toets
Nabespreken oefentoets consumeren
Aan de slag



1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Doelen van de les
voorbereiding op de toets
Nabespreken oefentoets consumeren
Aan de slag



Slide 1 - Slide

doelen van de les
Aan het einde van de les:
- weet je wat je moet leren voor de TW
- heb je de oefentoets consumeren nagekeken
- heb je begrippen herhaalt
- weet je wat je moet doen voor economie deze week. 

Slide 2 - Slide

Toets economie
Toets gaat over: periodedoelen consumeren en produceren en de onderdelen milieu 
Gebruiken: 
- doelen (introductie en ook op teams)
- Quizlets (missies) om begrippen te oefenen
- Oefentoetsen (missies en teams) 

Slide 3 - Slide

Om te leren -- TTO project 3

Slide 4 - Slide

Tips voor tijdens de toets
Neem mee:
- Rekenmachine 
- Nederlands woordenboek
- Marker.
Tips:
Herhaal de vraag in je antwoord
Gebruik begrippen in je antwoord
Schrijf op over wie het gaat: de consument, de producent, etc. 

Slide 5 - Slide

Tips tijdens de toets
Schrijf berekeningen op = verplicht
Denk aan het "afmaken" van je antwoord. Hoeveel decimalen, %,€,$, enz. 

Meerkeuzevragen:
- Bedek de antwoorden en bedenk eerst zelf het antwoord.
- "streep" de onzin antwoorden weg.
- Schrijf altijd een hoofdletter op = verplicht bij alle vakken!

Slide 6 - Slide

Vergelijkend warenonderzoek 

Slide 7 - Slide

Als je iets koopt is een mondelinge overeenkomst ook geldig. 
Bij het kopen van een huis moet het wel schriftelijk

Slide 8 - Slide

timer
1:00
Primaire levensbehoeften
Secundaire levensbehoeften
brood
laptop
medicijnen
mobiele telefoon
trui
fiets
huis
televisie

Slide 9 - Drag question

Welke van onderstaande goederen is een voorbeeld van een schaars goed?
timer
0:30
A
zeewater
B
regenwater
C
drinkwater
D
zonlicht

Slide 10 - Quiz

Ik ga na een wandeling in het bos op een bankje zitten. Maak ik gebruik van schaarse middelen? Zo ja, wat dan?
timer
1:00

Slide 11 - Open question

Welke reclame is ideële reclame?
timer
0:30
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

James verdient een hoog salaris. Hij heeft een groot huis en daar gaat bijna al zijn geld aan op. Hij kan bijvoorbeeld niet op vakantie.
Sarah is werkloos en heeft een uitkering. Zij heeft een moestuin en fiets en wandelt graag. Ze kan dat allemaal doen. Wie is het meest welvarend?
timer
1:00
James
Sarah

Slide 13 - Poll

timer
1:00
consumeren
produceren
Het maken van goederen en diensten
Het gebruiken van goederen en diensten

Slide 14 - Drag question

Achter welke letter staat een taak van een consumentenorganisatie?
timer
0:30
A
Het controleren van de voedselveiligheid
B
Boetes geven aan bedrijven die zich niet aan de regels houden
C
Opkomen voor de belangen van fabrikanten
D
Onpartijdige productinformatie geven

Slide 15 - Quiz

Wat zijn deze afbeeldingen?
timer
0:30
A
Keurmerk
B
Vergelijkingssite
C
Huismerken
D
Consumentenorganisaties

Slide 16 - Quiz

Keurmerk
  • Je moet aan eisen voldoen om een keurmerk op je verpakking te mogen zetten
  • Het kost (vaak) veel geld om aan die eisen te voldoen. 

Slide 17 - Slide

Harold koopt bij Nike schoenen bij de Intersport. De schoenen zijn goedkoper door de korting. Na een maand laat de zool van de rechterschoen los. Heeft Hanneke recht op een nieuw paar schoenen?
timer
0:30
A
ja , de winkel moet altijd ruilen als je niet tevreden bent
B
Ja, een winkel mag alleen deugdelijke producten verkopen
C
Nee, in de uitverkoop dus geen garantie
D
Nee, het is normaal dat na een maand de schoen kapot is

Slide 18 - Quiz

Alan koopt een Adidas trui op internet bij een webshop. De trui past niet. Volgens welke wet kan Alan de trui zonder extra kosten terug sturen?
timer
0:30
A
Veiligheidswet
B
Warenwet
C
Wet koop op afstand
D
Wet productaansprakelijk-heid

Slide 19 - Quiz

positief extern effect
negatief extern effect

Slide 20 - Slide

Wat zijn de gevolgen van consuminderen

timer
0:45
A
minder afval, minder grondstofgebruik, minder werkgelegenheid
B
meer afval, meer grondstofgebruik, meer werkgelegenheid
C
Meer afval, minder grondstofgebruik, er is meer werkgelegenheid
D
Meer afval, minder grondstoffengebruik, er is minder werkgelegenheid

Slide 21 - Quiz

Als je produceert, zonder schade voor mens en milieu, noem je dat
timer
0:30
A
maatschappelijke kosten
B
duurzaam produceren
C
recycling
D
milieuschade

Slide 22 - Quiz

Tot slot
  • We hebben de begrippen uit de oefentoets consumeren nabesproken. 
  • Voor deze week de oefentoets produceren met veel rekenwerk. 
  • Antwoordbladen van de oefentoetsen komen in de map economie - bestanden - voorbereiding TW en bij de missies van beide periodedoelen. 

Slide 23 - Slide

Welk antwoord past beste?
Voor de toetsweek denk ik dat:
Ik een voldoende kan halen voor economie.
Ik de begrippen van de periodedoelen nog niet goed genoeg weet.
dat rekenopdrachten een probleem worden.
Ik alles kan vinden wat ik nodig heb om te leren.

Slide 24 - Poll

Deze les heeft geholpen in de voorbereiding op de toetsweek.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll