What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets H3 woorden grammatica en spelling
De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord
1 / 20
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
5 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord
Slide 1 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Alle kinderen waren op tijd.
A
Alle kinderen
B
waren
C
op
D
tijd
Slide 2 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Mevrouw Kars legt de stof uit.
A
Mevrouw Kars
B
legt
C
de stof
D
uit
Slide 3 - Quiz
Wat is het onderwerp?
De brugklas leert het onderwerp vinden.
A
De brugklas
B
leert
C
het onderwerp
D
vinden
Slide 4 - Quiz
lijdend voorwerp
=
A
Wie/wat + gezegde
B
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp
C
Wat + gezegde + onderwerp
Slide 5 - Quiz
Lijdend voorwerp: Wat of wie + wwg + ond?
Morgen hebben we een toets.
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 6 - Open question
meewerkend voorwerp
=
A
Wie/wat + gezegde
B
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp
C
Wat + gezegde + onderwerp
Slide 7 - Quiz
Ontleden: Benoem het meewerkend voorwerp.
Hem geef ik niets.
Slide 8 - Open question
Benoem het meewerkend voorwerp.
Hij liet haar zijn website zien.
Slide 9 - Open question
Wat betekent identiteit?
Slide 10 - Open question
Wat is de afleiding van een woord?
A
een werkwoord
B
lidwoord (de/het)
C
een woord dat bestaat een woord plus een voorvoegsel of achtervoegsel
D
een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
Slide 11 - Quiz
welke woord is een voltooid deelwoord? verhuist of verhuisd?
Slide 12 - Open question
waar eindigen het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden?
Slide 13 - Open question
geef een voorbeeld van een afleiding?
Slide 14 - Mind map
welke woord is een voltooid deelwoord?
A
Tijd
B
Fietsen
C
De tafel
D
Gezwommen
Slide 15 - Quiz
Waar vind je vaak een voltooid deelwoord in een zin?
Slide 16 - Open question
Wat betekent de competitie?
Slide 17 - Open question
Splitsbare werkwoorden= w.w die je kan splitsen. welke is juist?
A
overhalen
B
tafelpoot
Slide 18 - Quiz
Waar gebruik je geen hoofdletter bij?
A
begin van de zin
B
Eigenamen
C
aardrijkskundige namen
D
getallen en cijfers
Slide 19 - Quiz
Waar eindigen voltooid deelwoord van sterke werkwoorden?
Slide 20 - Open question
More lessons like this
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
lesson Monday after Xmas
October 2022
- Lesson with
27 slides
English
Upper Secondary (Key Stage 4)
Woordvolgorde
June 2022
- Lesson with
24 slides
English
Tertiary Education
3.8 spelling les 1 2KGT
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
Les 3.7/3.8 Grammatica/Spelling
March 2021
- Lesson with
22 slides
Ne
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Grammatica zinsontleding
April 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1-3
M2 herhaling periode 2
March 2024
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Woordsoorten persoonsvorm gezegde onderwerp lijd voorwerp meew voorwerp
September 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3