meervouden en verkleinwoorden

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboys
B
cowboy's
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 1 - Quiz

Wat is het meervoud van café?
A
cafés
B
cafees
C
cafe's
D
café's

Slide 2 - Quiz

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van bospad?
A
bospadden
B
bosppaden
C
bosspaden
D
bospaden

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van braderie?
A
braderies
B
braderieën
C
braderiën
D
braderie's

Slide 7 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van bikini?
A
bikinietje
B
bikini'tje
C
bikinitje

Slide 8 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
hyena?
A
hyenatje
B
hyena'tje
C
hyenaatje

Slide 9 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
ring?
A
ringtje
B
ringetje
C
rinnetje

Slide 10 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van...
app?

Slide 11 - Open question

Wat is het verkleinwoord van...
radio?

Slide 12 - Open question

Wat is het verkleinwoord van...
la?

Slide 13 - Open question

Verdeel de zin in zinsdelen: Hij zag hem gisteren op de hoek van de Reguliersgracht.

Slide 14 - Open question

Verdeel de zin in zinsdelen: Ik zag een man met oude kleren en een ongezond uiterlijk uit een vuilnisbak eten.

Slide 15 - Open question

De dierenarts / moest gisteren / heel vroeg / op pad.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

De spelers van het eerste elftal / trainen / vandaag / op het hoofdveld.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz