Module A- Uitscheiding

Uitscheiding
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Module AMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Uitscheiding

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Aan het einde van de les kan je de verschillende vormen van uitscheiding benoemen en afwijkingen herkennen.

Slide 2 - Slide

Wat weet je al?
https://create.kahoot.it/details/6829ae4b-9526-4b25-ace2-aeec43ff3842

Slide 3 - Slide

Wat zijn uitscheidingsproducten?
Afvalstoffen vanuit het lichaam;
  • Het spijsverteringsorgaan (maag/darmen)
  • De blaas
  • De huid
  • De baarmoeder
  • De longen

Slide 4 - Slide

Welke aandachtspunten zijn van belang in de zorg?
  • Hygiëne
  •  Welbevinden van de zorgvrager
  • Observeren van de uitscheidingsproducten en afwijkingen signaleren
  • Zorgbehoefte inschatten
  • Uitscheidingspatroon observeren
  • Taken verpleegkundige
  • Zorg bij uitscheiding aan verschillende doelgroepen.

Slide 5 - Slide

Je werkbegeleider vraagt naar aandachtspunten in je beroepshouding bij de toiletgang. Waar heb je aandacht voor/ houd je rekening mee?

Slide 6 - Open question

Je werkbegeleider vraagt naar aandachtspunten in je beroepshouding bij de toiletgang.
  • Aandacht voor schaamtegevoelens
  • Respect bij incontinentie
  • Zorg voor voldoende privacy ( Leg een handdoek over de onderbuik terwijl iemand op de po zit)
  • Zorg voor een goede houding op het toilet of po
  • Zorg voor de benodigde materialen en de bereikbaarheid ervan
  • Benader de zorgvrager rustig en handel overzichtelijk
  • Moedig zelfzorgactiviteiten aan
  • Overhandig de zorgvrager altijd het waarschuwingssein

Slide 7 - Slide

Ondersteuning bij toiletgang
  • Zelfstandigheidsproblemen te signaleren
  • Hulpmiddelen aanbieden ter ondersteuning bij de toiletgang (po, postoel, urinaal, urineschuitje, soms alleen celstofmatje)
  • Zo nodig, de zelfzorg gedeeltelijk of helemaal overnemen
  • Lichamelijke verzorging geven na defecteren en urineren
  • Wanneer urineren niet lukt, kan het soms helpen door de kraan te laten lopen op de achtergrond.

Slide 8 - Slide

Mevrouw Bakker
Je leest samen met je begeleider het zorgdossier van mevrouw Bakker. Je leest dat mevrouw een slechte nachtrust heeft gehad. Er was spraken van Nycturie. Ze kwam vaak uit bed om te urineren. Mevrouw is bekend met hartfalen en heeft oedemateuze benen.

  • Wat is nycturie?
  • Welke andere afwijkende vormen staan er beschreven?

Slide 9 - Slide

Wat is een normale diurese?
Door bepaalde ziekten, zoals hartfalen of een slechte nierfunctie, gebruik van mediatie kan de hoeveelheid veranderen.

  • Gemiddelde normale diurese is 1,2 tot 1,5 liter per 24 uur. Gemiddeld 4 a 5 keer per dag.

Slide 10 - Slide

Onderzoek de Latijnse benaming, wat dit betekent en beredeneer in welke situatie dit kan optreden.
  • Oligurie
  • Anurie
  • Polyurie
  • Nycturie

Oligurie: Urineproductie minder dan 500ml/24 uur
--> bijvoorbeeld door nierfalen
Anurie: Urineprodcutie minder an 50ml/24 uur ---> bijvoorbeeld door dehydratie
Polyurie: is de urineproductie > dan 2/3 liter per 24 uur --> bijvoorbeeld bij een overactieve blaas.
Nyturie: de urineproductie in de nacht is groter. --> bijvoorbeeld door een overactieve blaas.

Slide 11 - Slide

Meneer Demir
In het volgende zorgdossier gaat het over meneer Demir. Meneer is slecht ter been en is vaak onrustig. Hij belt vaak omdat hij moet plassen. Het blijkt dat hij heel vaak moet plassen maar dat het om kleine hoeveelheden gaat.

Wat is hier bijzonder?  Welke andere mogelijke bijzonderheden kun je vinden die kunnen optreden bij urinelozing of mictie?

Slide 12 - Slide

Overige mogelijke bijzonderheden bij urineren/mictie?
  • Moeilijk kunnen plassen of uitplassen
  • Pijn bij het plassen (strangurie)
  • Problemen bij de continentie
  • Afwijkingen in kleur 

Slide 13 - Slide

Afwijkingen in kleur
Wat is normaal, wat kun je observeren en wat veroorzaakt de afwijking?


Normale urine is lichtgeel/strogeel van kleur.

Slide 14 - Slide

Afwijkingen in kleur
  • Helder en lichtgekleurd: als de concentratie van de urine laag is bij een hoge productie .
  • Donkergeel: bij een kleine urineproductie waarbij de concentratie hoog is
  • Donkerbruin met schuim/mahoniehoutkleurige urine: duidt op een hoog gehalte aan galkleurstof (bilirubine, geelzucht)
  • Rode kleur of roodbruinvleesnatkleurig; duidt op bloed in de urine = hematurie (door blaasontsteking, nierstenen, trauma nieren)
  • Rode verkleuring door eten, bijvoorbeeld bietjes
  • Witachtig, troebel; wanneer zich veel witte bloedcellen of kristallen in de urine bevinden
  • Verkleuring door medicatie; bijvoorbeeld Nitrofurantoïne (Furabid)  kan een een donkerdere kleur geven aan de urine.

Slide 15 - Slide

Mevrouw Bakker & Meneer Demir
Mevrouw Bakker heeft last van functionele incontinentie ter gevolg van het gebruik van Diuretica (= plasmedicijnen).

Dhr. Demir heeft last van overloopincontinentie van urine.

Verklaar deze vormen van incontinentie.

Slide 16 - Slide

Vormen van urine incontinentie
Werk de volgende vormen uit;
  • Overloopincontinentie/druppelincontinentie:
  • Stressincontinentie (inspanningsincontinentie):
  • Urge-incontinentie/aandrangincontinentie:
  • Reflexincontinentie:
  • Functionele incontinentie:
timer
0:10

Slide 17 - Slide

Antwoorden
  • Overloopincontinentie/druppelincontinentie:  Lekken t.g.v. een overvolle en overrekte blaas
  • Stressincontinentie (inspanningsincontinentie): de meest voorkomende vorm van urine incontinentie ( komt voor bij spanning zoals lachen, tillen en hoesten
  • Urge-incontinentie/aandrangincontinentie: Hevige aandrang tot plassen. De blaas trekt te vroeg samen, ook als deze nog maar weinig is gevuld (overactieve blaas door neurologische aandoeningen, stress, overmatige gebruik van thee, koffie, alcohol, blaasontsteking)
  • Reflexincontinentie: bij een normale vulling wordt de blaasinhoud uitgeplast terwijl de zorgvrager hier geen controle over heeft. (bij beschadigingen van het ruggenmerg bijvoorbeeld dwarslaesie, MS)
  • Functionele incontinentie: verlies van grote hoeveelheden urineverlies een aantal keren per dag tgv immobiliteit, medicijnen die de alertheid verminderen, gebruik van diuretica en dementie.

Slide 18 - Slide