5v - Laagland Module 5 19e eeuw (par.3)

Laagland, p. 182-190
Lesdoelen:
- Je weet wat de Beweging van Tachtig is en wat
de kenmerken van het literaire werk van de Tachtigers is; 
- Je weet wat realistische literatuur is;
- Je weet wat naturalistische literatuur is.

Wat krijg je (nog meer) in par. 3?
  • Domineedichters
  • Historische roman 
  • Romantiek
  • Humor
  • Sensitivisme
  • Realisme
  • Belerend realisme
  • Multatuli
  • Tachtigers
  • Naturalisme
Literatuur in de 19e eeuw
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Laagland, p. 182-190
Lesdoelen:
- Je weet wat de Beweging van Tachtig is en wat
de kenmerken van het literaire werk van de Tachtigers is; 
- Je weet wat realistische literatuur is;
- Je weet wat naturalistische literatuur is.

Wat krijg je (nog meer) in par. 3?
  • Domineedichters
  • Historische roman 
  • Romantiek
  • Humor
  • Sensitivisme
  • Realisme
  • Belerend realisme
  • Multatuli
  • Tachtigers
  • Naturalisme
Literatuur in de 19e eeuw

Slide 1 - Slide

ONZE OUDSTE.
Marten is ons oudste kind:
Wat zal van Marten groeien?
Een man van geld of van bewind
Veel koeien en veel moeien?
Een man van tabberd, zwaard, of pen?
Een man, gelijk ik zelver ben?
Een rijmelaar of preeker?
’t Is alles gansch onzeker.
Maar schoon dit onzeker zij
En lang onzeker blijve:
Dit, oudste Jongen! hopen wij
Dat vast sta en beklijve:
Dat ge edel, eerlijk, vroed en vroom
Een Man wordt, zonder blaam of schroom,
In woord en daad waarachtig,
En aan zijn God gedachtig.
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten,
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.

En als een heir van donkerwilde machten
Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
Voor 't heffen van mijn hand en heldere kroon:
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.

-- En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond
Úw overdierb're leên den arm te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed

En trots en kalme glorie te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond.

Verschil
domineedichters                  &                    Tachtigers

Slide 2 - Slide

Literatuur voor 1880
- Literatuur had didactische, morele of religieuze functie: je moest leren hoe je als burger moet leven
- Vaak realistisch-idealistisch proza
- Voorbeeld: domineedichters

Ontstaan Beweging van Tachtig

Slide 3 - Slide

Literatuur voor 1880: achtergrond
1. één burgerideaal (dat literatuur moest steunen) werd onmogelijk door fragmentarisatie samenleving (bv. door opkomst verzuiling, feminisme, uitbreiding kiesrecht, de sociale kwestie, aantrekkingskracht andere (oosterse) religies of atheïsme)  
2. individualisme zet door. Tachtigers vaak tegen collectivisme. 
3. steeds meer kritiek op positivisme (dat alles door observatie herleid kan worden tot wetmatigheden; par.2). Tachtigers: nadruk op gevoel, vluchtige ervaringen. 
Oorzaak ontstaan Beweging van Tachtig
  • 1. 'Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten' 
  • 2. 'En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon'
  • 3. 'En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed /En trots en kalme glorie te vergaan  / Op úwe lippen in een wilden vloed / Van kussen'

Slide 4 - Slide

Literatuur na 1880: geen moreel kompas voor burgers
 - antiburgerlijk: bv. door beschrijving erotische scènes; of wereldse levensbeschouwing i.p.v. verdediging van christendom.
 - l’art pour l’art: kunst heeft waarde in zichzelf, niet doordat ze beantwoordt aan vraag van maatschappij. Soms ook: kunst schrijft over kunst.
 - individu en zijn gevoelens centraal (= unieke dichtersziel), vastpakken van stemming en sfeer van het moment (impressionisme) i.p.v. verhalen uit maatschappij met morele lessen
 - Dus: literatuur wordt autonoom.

Kenmerken Beweging van Tachtig

Slide 5 - Slide

De Beweging van Tachtig (groep bevriende schrijvers en dichters) zetten deze vernieuwing in. Ze verzetten zich vooral tegen de dominee-dichters.
Bekende personen uit Beweging van Tachtig:
- Willem Kloos (dichter)
- Frederik van Eden (schrijver) met De kleine Johannes en Van de koele meren des doods.
- Herman Gorter (dichter) met dichtbundel Mei.

Personen binnen de Beweging van Tachtig

Slide 6 - Slide

Hoe verspreid je je gedachtegoed als Tachtiger?
- Essays
- Eigen tijdschrift: De Nieuwe Gids
- Parodieën (in verhalen of gedichten spotten met taal en stijl van voorgaande literaire periodes) bv. Grassprietjes. Door Cornelis Paradijs. (Frederik van Eeden, 1885)
bv. Julia, een verhaal van Sicilië. Door Guido (Kloos en Albert Verwey, 1885)
De onbevoegdheid der Hollandse literaire kritiek (1886)

Personen binnen de Beweging van Tachtig

Slide 7 - Slide

Beschrijving van de werkelijkheid zoals die is. 
- Dus niet de overdrijving van de romantiek
- Niet de morele lessen van de domineedichters
Vaak: rauwe beschrijving situatie arbeiders in steden / lagere ‘klassen’ maatschappij. Voorbeeld schrijver: Herman Heijermans.
Of: J.J. Cremer, Fabriekskinderen (1863), link, blz. 15

Realisme

Slide 8 - Slide

Belerend --> dus voor 1880.
- Lessen leren uit beschrijving
maatschappelijke situaties (niet per se van lagere maatschappelijke groepen)
- Voorbeeld: Nicolaas Beets, Camera Obscura (1839)
- Vaak gebruik van ironie, waardoor morele les duidelijk werd (zo moest je je niet gedragen)

Belerend realisme

Slide 9 - Slide

Betekenis: werkelijkheid (=natuur) zo objectief mogelijk beschrijven. Dus zonder morele lessen. Grondlegger: Emile Zola
Hoe? --> Wetenschappelijk (m.n. geneeskunde) waarnemen van gedrag en verwerken in literatuur: temperamentenleer. Dus: lichaamsbouw, karakter en gedrag beïnvloeden elkaar. 
Gekoppeld aan determinisme (personages zijn gebonden aan wetmatigheden):
 --> drie bindende factoren: erfelijkheid / opvoeding of leefomgeving / tijd
 --> Personages stevenen vaak af op noodlot (gebonden aan negatieve omstandigheden. Vaak ontknoping in dood/zelfmoord, soms genezing door nieuw zelfinzicht)
- Thema’s: vriendschap/liefde/seksualiteit

Naturalisme (eind 19e eeuw)

Slide 10 - Slide

Voorbeeld: Couperus, De binocle
Voorbeeld: Couperus, De binocle (gepubl. 1920, waarschijnlijk
geschreven in 1897).
Doel voor Couperus: zet een personage neer in voor
hem vreemde factoren en kijk wat er gebeurt.
Voorbeeld: samen eerste alinea's lezen van De binocle.
Naturalisme (eind 19e eeuw)

Slide 11 - Slide

Voorbeeld: Couperus, Eline Vere (1889)
Adellijk Haags meisje dat leeft in een tijd dat de adel in Nederland is verarmd.
bleke huid                                           - temperamentenleer 
ziekelijk                                                - temperamentenleer
reageert secundair (introvert)   - temperamentenleer
erg gevoelig (vooral innerlijk)     - temperamentenleer
een van de ouders vaak emotioneel labiel               - erfelijkheid / opvoeding
grote, smerige, volle stad heeft slechte invloed   - leefomgeving
financieel verarmd, want niet geleerd te werken  - tijd
Niet werken, alleen van feest naar feest, daardoor missen van levensinvulling   - leefomgeving

Naturalisme (eind 19e eeuw)

Slide 12 - Slide

Check jezelf: welk temperament heb je?
Welk temperament is bij jou het sterkst aanwezig? 
Sanguinische type - energiek, vrolijk, snel afgeleid, veel interesses, openhartig
Cholerische type - druk, doelgericht, opvliegend, neemt de leiding, doortastend
Melancholische type - onafhankelijk, creatief, kans op neerslachtigheid, denker, gevoelig
Flegmatische type - kalm, weinig emotioneel, dromerig, introvert, zorgzaam

(test is momentopname, je karakter verandert nog wat)
Naturalisme (eind 19e eeuw)
In naturalisme: personages één temperament. Dat klopt niet met kennis van nu. 
In praktijk: mensen hebben delen van meerdere temperamenten.

Slide 13 - Slide

Vragen over de stof of de toets?

Slide 14 - Slide

Wie is de grondlegger van het naturalisme?
A
Gustave Flaubert
B
Louis Couperus
C
Frederik van Eeden
D
Emile Zola

Slide 15 - Quiz

Wat is determinisme binnen het naturalisme?
A
Dat alle soorten mensen onderscheiden worden.
B
Dat de vrije wil van de mens beperkt wordt door bepaalde factoren.
C
Dat de mens afstevent op het noodlot.
D
Dat de mens wordt ingedeeld volgens de temperamentenleer.

Slide 16 - Quiz

Waarom gebruikte Piet Paaltjens humor in zijn gedichten?
A
Als middel om een nieuwe groep lezers te binden.
B
Als stijlbreuk met voorgaande generaties dichters.
C
Als wapen tegen het lijden en de onvrede met het bestaan.
D
Als middel om zijn predikantenbestaan te verlichten.

Slide 17 - Quiz

Welk begrip hoort NIET bij de Tachtigers?
A
l'art pour l'art
B
autonome literatuur
C
stemmingskunst
D
moralisme

Slide 18 - Quiz