Waarde van getallen

Paragraaf 2.1
§2.1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 2.1
§2.1

Slide 1 - Slide

Koppel de getallen aan de juiste getallenlijn.
471
66
251

Slide 2 - Drag question

Cijfers
We kennen in totaal 10 cijfers waarmee wij getallen kunnen maken.

Het getal 35 bestaat uit:
  • Het cijfer 3
  • Het cijfer 5

Slide 3 - Slide

waarde van getallen
eenheden: 3, 6, 2
tientallen: 20, 80, 40
honderdtallen: 300, 500, 700
duizendtallen: 1000, 6000, 9000
D-H-T-E schema

Slide 4 - Slide

Waarde van getallen
Het getal 35 bestaat uit het cijfer 3 en het cijfer 5. 
  • Het cijfer 3 betekent 3 tientallen (dus 30 waard)
  • Het cijfer 5 betekent 5 eenheden (dus 5 waard)
D   H   T   E
            3   5

Slide 5 - Slide

Wat is de waarde van het getal?
235

2 heeft een waarde van 2 x 100 = 200
3 heeft een waarde van 3 x 10 = 30
5 heeft een waarde van 5 x 1 = 5

Slide 6 - Slide

Wat is de waarde van het getal?
5692
5 heeft een waarde van 5 x 1000 = 5000
6 heeft een waarde van 6 x 100 = 600
9 heeft een waarde van 9 x 10 = 90
2 heeft een waarde van 2 x 1 = 2

Slide 7 - Slide

Wat is de waarde van het getal?
89

8 heeft een waarde van...
9 heeft een waarde van ....

Slide 8 - Slide

Wat is de waarde van het getal?
479

4 heeft een waarde van...
7 heeft een waarde van..
9 heeft een waarde van...

Slide 9 - Slide

Hoeveel is de 3 waard?

38
A
3
B
300
C
30

Slide 10 - Quiz

Hoeveel is de 7 waard?

71
A
7
B
70
C
1

Slide 11 - Quiz

Hoeveel is de 6 waard?

16
A
1
B
16
C
6
D
60

Slide 12 - Quiz

Hoeveel is de 5 waard?

357
A
5
B
500
C
57
D
50

Slide 13 - Quiz

Grote getallen
  • 1
  • 10
  • 100            
  • 1 000
  • 10 000
  • 100 000

Slide 14 - Slide

Grote getallen
  • 1                 één
  • 10              tien
  • 100           honderd
  • 1 000        duizend
  • 10 000      tienduizend
  • 100 000    honderdduizend

Slide 15 - Slide

Grote getallen
  • 1 000 000
  • 10 000 000
  • 100 000 000            
  • 1 000 000 000
  • 10 000 000 000
  • 100 000 000 000
  • 1 000 000 000 000

Slide 16 - Slide

Grote getallen
  • 1 000 000             één miljoen
  • 10 000 000          tien miljoen
  • 100 000 000       honderd miljoen     
  • 1 000 000 000    één miljard

Slide 17 - Slide

Waarde van getallen
Het getal 3928,75 bestaat uit 6 cijfers.
  • Het cijfer 3 betekent 3 duidendtallen (dus 3000)
  • Het cijfer 9 betekent 9 hondertallen (dus 900)
  • Het cijfer 2 betekent 2 tientallen (dus 20)
  • Het cijfer 8 betekent 8 eenheden (dus 8)
  • Het cijfer 7 betekent 7 tienden (dus 0,7)
  • Het cijfer 5 betekent 5 honderdsten (dus 0,05)
D   H   T   E  ,  T   H
3    9    2   8  ,  7   5   

Slide 18 - Slide

Schrijf dertigduizend in cijfers
A
3000
B
300 000
C
30 000
D
30

Slide 19 - Quiz

Schrijf 3 500 000 met het woord miljoen
A
35 miljoen
B
3,5 miljoen
C
350 miljoen
D
0,35 miljoen

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
Maken blz 60, 61 en 62. 
Klaar? Nakijken

Aan de slag met ander huiswerk.
timer
1:00

Slide 21 - Slide