Samenstellingen en cijfers/getallen les 1 (21/03)

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en leg je boek en leesboek op tafel

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 5, 7 en 8 op bladzijde 109-110)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en leg je boek en leesboek op tafel

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 5, 7 en 8 op bladzijde 109-110)

Slide 1 - Slide

Samenstellingen + cijfers en getallen 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Theorie
- Werken aan de opdracht 


Aan het einde van de les heb je de spellingsregels geleerd hoe je samengestelde woorden juist spelt en hoe je cijfers juist schrijft. 

Slide 3 - Slide

Theorie 
Samenstellingen + cijfers en getallen 

Slide 4 - Slide

Samenstellingen 
Aaneenschrijven:
  • woorden met één klemtoon 
  • samengestelde werkwoorden en samenstellingen die afgeleid zijn van werkwoorden
  • Engelse leenwoorden schrijf je met andere Engelse of Nederlandse woorden vast 
  • Eigennaam 

  • Feestbeest, minimumleeftijd 
  • lichtgeel, loodwaar
  • afmaken, lesgegeven, dagdroomde 
  • eraf, hierheen, daarvandaan 
  • flatscreen, sportoutfit, TikTokdansje 

Slide 5 - Slide

Samenstellingen
Spaties:
  • Als in een eigennaam al een spatie staat, dan blijft deze behouden
  • Soms ligt het aan de betekenis 

  • Anne Frankhuis, Red Bullverslaving, Dode Zeezout 

  • Wat een fantastisch uitzicht!
  • Het schip verdween langzaam uit zicht. 
  • Weet je wie er meedoen vanavond?
  • Ik vraag me af wat ze ermee doen. 

Slide 6 - Slide

Samenstellingen 
Tussen -s:
  • Als je een -s hoort 
  • Soms hoor je de -s niet bij het eerste deel, vervang deze dan om te controleren

  • Koningsdag, buitenshuis
  • Dorpsstraat -> dorpshuis 
  • Levensstijl -> levensgevaarlijk 

Slide 7 - Slide

Samenstellingen
Tussen -en:
  • Als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is met meervoud op -en

  • Boekenweek, krantenbezorger, sterrenstelsel 

Tussen -er: 
  • Je schrijf de tussen -er meestal bij woorden die in het meervoud eindigen op -eren 

  • eierdop, kinderfiets 

Slide 8 - Slide

Samenstellingen  
Tussen -e:
  • Je schrijft een tussen -e als het linkerdeel van de samenstelling bij:
  • een meervoud heeft op -s -> aspergesoep 
  • een meervoud heeft dat zowel -s als op -(e)n kan eindigen -> keuzestress 
  • geen meervoud heeft -> roggebrood 
  • uniek is, er bestaat er maar één van -> zonneschijn 
  • een bijvoeglijk naamwoord versterkt -> apetrots 

Slide 9 - Slide

Samenstellingen  
Koppelteken:
  • als klinkers 'botsen' -> zee-eend 
  • bij gelijkwaarde combinaties -> chef-kok, singer-songwriter 
  • tussen alle woorden van een vaste woordgroep -> een-op-een, kant-en-klaarmaaltijd 
  • aardrijkskunde namen en samenstellingen -> West-Terschelling, Schouwen-Duiveland
  • na afkortingen, letter, cijfers en speciale tekens -> PvdA-leden, L-vormig 
  • samenstelling waarin het volgende deel begint met een hoofdletter -> oud-Hollands
  • tussen anderstalige woorden die normaal los geschreven worden -> déjà-vugevoel 

Slide 10 - Slide

Cijfers en getallen   
Getallen in letters of cijfers:
  • In zinnen en langere teksten schrijf je getallen tot en met twintig, tientallen, en ronde getallen met honderd, duizend, miljard, enzovoort, in letters ->
    Er waren meer dan zevenhonderd mensen.
    Ze was de duizendste klant 
  • Cijfers als het gaat om een datum, jaartal, temperatuur, gewicht, maat, bedrag of snelheid ->
    Wordt het weer 40 graden deze zomer?
  • Als er andere cijfers in dezelfde zin staan, gebruik dan voor alle getallen cijfers ->
    100 jaar keer 365 dagen is 36.500 dagen.
  • Soms worden cijfers en letters gecombineerd bij getallen met miljoen en miljard ->
    Die voetballer is 20 miljoen euro waard. 

Slide 11 - Slide

Cijfers en getallen
Getallen voluit schrijven:
  • Getallen in letters schrijf je aan elkaar 
  • Alleen na het woord duizend en voor én na miljoen en miljard komt een spatie ->
    negen miljard 
  • Bij klinkerbotsing schrijf je een trema, geen koppelteken ->
    tweeënhalf 


Slide 12 - Slide

Cijfers en getallen
Samenstelling met cijfers en getallen:
  • een samenstelling met een getal in letters schrijf je volgens de regels voor samenstellingen
  • na een getal in cijfers schrijf je een koppelteken -> 22-jarige 
  • Als een woord na een cijfer een samenstelling is, dan komt er een spatie tussen het getal en de samenstelling -> 4 meiherdenking 

Slide 13 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht 3, 4 en 5 op bladzijde 124 + 4, 5 en 7 op bladzijde 126 
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 04/04)
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk
timer
10:30

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Voor 4 april 2024 moet opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 128 + 2, 3 en 5 op bladzijde 120 af zijn.

Schrijf dit op in je plenda! 

Slide 15 - Slide