Van hele werkwoorden naar vervoegen
Stap 1: Maak de stam van het hele werkwoord
(Werkwoord - AR/ ER/ IR)
Stap 2: Kijk in de zin over welke persoon je iets wilt zeggen
Stap 3: Zet de juiste uitgang achter de stam
(-AR/-ER/-IR werkwoord)
LET OP! Accenten bij ÁIS/ ÉIS/ ÍS