Herhaling lezen + argumenteren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Herhaling lezen + argumenteren 

Planning 

- Huiswerk 

- Planning via opdrachten

- Recensie

- Resultaat formatieve toets 

Leerdoel: voorkennis ophalen over de behandelde theorie 

Herhaling lezen 

Welke tekstdoelen kan je noemen? (5)

Wat is het verschil tussen opiniëren en overtuigen?

Wat is een hoofdgedachte?

Noem kenmerken van een column.

Samenvatting van de tekst in 1 zin.

Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat bij elkaar hoort, heet een ...

Een beschrijving van 1 woord/ een paar woorden waar de tekst over gaat.

Het onderwerp van een alinea

Overtuigen, amuseren, informeren

globaal, zoekend, precies lezen

Hoofdgedachte

Alinea

onderwerp

deelonderwerp

Tekstdoelen

Leesstrategieën

Wat is een betoog?
Wat is een beschouwing?
Wat is een uiteenzetting?

Welke strategieën kun je noemen voor het maken van vragen bij een tekst?

argumenteren 

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.

1. Standpunt
2. Argument

[Leerlingen op de havo moeten in vier in plaats van vijf jaar hun opleiding kunnen afmaken.] Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.

1. Standpunt
2. Argument

Feitelijk of waarderend argument?
Er moeten meer docenten met een universitaire opleiding komen, anders gaat het niveau van de havo achteruit.

1. waarderend argument
2. feitelijk argument

Feitelijk of waarderend argument?
Het is beter om geen vlees te eten want heel veel dieren lijden pijn voordat ze gedood worden voor de vleesindustrie.

1. feitelijk argument
2. waarderend argument

Stelling: 

Utrecht is een prettige stad om in te wonen

Feitelijk argument

Waarderend 

argument

Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.

Utrecht was in 2013 de stad met de grootste stijging van het aantal inwoners.

p.198 bekijken samen 

Recensie 

Jullie gaan zo in groepjes van 3 feedback geven op de inleiding van elkaar. Zorg ervoor dat iedereen aan de beurt kan komen. Over 15 minuten stop ik de vergaderruimtes en komen jullie weer terug in de les. 

Vandaag maken

Huiswerk: argumenteren paragraaf 2, opdr. 4,5,7,10