Opstart

Thema 13: vriendschap
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Thema 13: vriendschap

Slide 1 - Slide

Vriendschap

Slide 2 - Mind map

Zijn vrienden belangrijk voor jou?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Pak je woordenschrift
Je krijgt 10 nieuwe woordjes. 
Schrijf de woorden op in je woordenschrift. 
Schrijf de betekenis erbij. 
Je mag het ook in je eigen taal erbij schrijven. 

Slide 4 - Slide

de wond
een stukje van de huid dat kapot of beschadigd is

Er komt bloed uit de wond.
Ik plak een pleister op de wond.

Slide 5 - Slide

de pleister
Een stukje stof dat je op een wond kunt plakken

De jongen was op zijn knie gevallen. Zijn vader plakte een pleister op de wond.

Slide 6 - Slide

het lichaam
het lijf / alle botten, organen, spieren waaruit een mens bestaat
Toen ik met de fiets was gevallen, had ik pijn in mijn hele lichaam.

Slide 7 - Slide

gebroken
niet meer heel / kapot

Ik kan het gebroken bord niet meer plakken.

Slide 8 - Slide

de zieke
iemand die ziek is

De zieke had 40 graden koorts en moest in bed blijven.

Slide 9 - Slide

de zieke
de wond
de 
pleister
het lichaam
gebroken

Slide 10 - Drag question

Wat hoort NIET bij
"het lichaam"?
A
de rug
B
de schouder
C
de handschoen
D
het been

Slide 11 - Quiz

Maak een zin met
"(de) zieke"

Slide 12 - Open question

de sjaal
een stuk stof dat je om je hals doet

Het is koud buiten, dus doe ik een sjaal om.

Slide 13 - Slide

de handschoen
kledingstuk voor je hand

In de winter draag ik buiten altijd handschoenen.

Slide 14 - Slide

de jas


 

kledingstuk dat je over je andere kleren draagt als je naar buiten gaat

In de zomer draag ik nooit een jas, maar in de winter wel.

Slide 15 - Slide

boos

 

kwaad / in een slechte stemming

Ik ben boos op mijn broer, want hij heeft mijn fiets kapot gemaakt.

Slide 16 - Slide

de zon

 

hemellichaam dat licht en warmte geeft

De aarde draait om de zon.

Het is mooi weer, want de zon schijnt.

Slide 17 - Slide

de zon
de jas
de handschoen
boos
de sjaal

Slide 18 - Drag question

Wat hoort NIET bij
"de sjaal"?
A
de winter
B
het lichaam
C
koud
D
de hals

Slide 19 - Quiz

Maak een zin met
"boos".

Slide 20 - Open question

Maak een zin met
"(de) jas".

Slide 21 - Open question

Aan het werk!
Schrijfopdracht in Google Classroom. 
Je gaat een tekst schrijven over vriendschap. 
In je tekst moet het volgende staan:

- Wat is vriendschap?
- Wat betekent vriendschap voor jou?
- Wat is belangrijk in een vriendschap?
- Is het belangrijk om vrienden te hebben? 
- Wanneer stop je met een vriendschap?
Schrijf minimaal 10 zinnen en zoek foto's bij je tekst. 
Klaar?
Opdracht 1, 2, 3 en 4 in je boek!

Slide 22 - Slide