Disk woordenschat thema vriendschap. Lidwoorden, meervoud, werkwoorden

Woorden oefenen. Thema vriendschap
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Woorden oefenen. Thema vriendschap

Slide 1 - Slide

De of het:
begrip
A
de
B
het

Slide 2 - Quiz

De of het:
bezigheid
A
de
B
het

Slide 3 - Quiz

De of het:
conditie
A
de
B
het

Slide 4 - Quiz

De of het:
gebrek
A
de
B
het

Slide 5 - Quiz

De of het:
geheim
A
de
B
het

Slide 6 - Quiz

De of het:
gevolg
A
de
B
het

Slide 7 - Quiz

De of het:
handschoen
A
de
B
het

Slide 8 - Quiz

De of het:
jas
A
de
B
het

Slide 9 - Quiz

De of het:
kritiek
A
de
B
het

Slide 10 - Quiz

De of het:
lichaam
A
de
B
het

Slide 11 - Quiz

De of het:
pleister
A
de
B
het

Slide 12 - Quiz

De of het:
schat
A
de
B
het

Slide 13 - Quiz

De of het:
sjaal
A
de
B
het

Slide 14 - Quiz

De of het:
vriendschap
A
de
B
het

Slide 15 - Quiz

De of het:
wond
A
de
B
het

Slide 16 - Quiz

De of het:
zieke
A
de
B
het

Slide 17 - Quiz

De of het:
zon
A
de
B
het

Slide 18 - Quiz

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de vriendschap

Slide 19 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de pleister

Slide 20 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: het lichaam

Slide 21 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de kritiek

Slide 22 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de handschoen

Slide 23 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: het gevolg

Slide 24 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: het geheim

Slide 25 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: het gebrek

Slide 26 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de conditie

Slide 27 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de bezigheid

Slide 28 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: het begrip

Slide 29 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de wond

Slide 30 - Open question

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de zon

Slide 31 - Open question

Schrijf het werkwoord:
Het meisje ... de hele dag met haar vriendinnen. (babbelen)

Slide 32 - Open question

Schrijf het werkwoord:
Jan ... zijn brood met zijn zusje. (delen)

Slide 33 - Open question

Schrijf het werkwoord:
Wij ... elkaar elke dag op school. (ontmoeten)

Slide 34 - Open question

Schrijf het werkwoord:
Ik ... om daar heen te gaan, omdat het daar gevaarlijk is. (weigeren)

Slide 35 - Open question

Welk woord past in de zin?
Ik heb geen vrienden. Ik voel me ...
A
ontzettend
B
eenzaam
C
vochtig
D
gezamenlijk

Slide 36 - Quiz

Welk woord past in de zin?
De tafel is .......... . Wil jij hem droogmaken?
A
schat
B
eenzaam
C
vochtig
D
nauwelijks

Slide 37 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Sonja is een .......... . Ze helpt iedereen altijd.
A
schat
B
eenzaam
C
vochtig
D
nauwelijks

Slide 38 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Soufian en Soraya hebben een ......... leuke vakantie gehad.
A
nauwelijks
B
ontzettend
C
vreemd
D
aanpassen

Slide 39 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Die man heeft blauw haar. Dat is ...!
A
nauwelijks
B
ontzettend
C
vreemd
D
aanpassen

Slide 40 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Het regent. Nu kunnen we niet naar buiten. We moeten ons plan ...
A
nauwelijks
B
ontzettend
C
vreemd
D
aanpassen

Slide 41 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Fatima heeft ... vrienden. Daarom wordt ze lid van een club.
A
nauwelijks
B
ontzettend
C
vreemd
D
aanpassen

Slide 42 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Laten we ... ons huiswerk maken.
A
nauwelijks
B
aanpassen
C
gezamenlijk
D
ontzettend

Slide 43 - Quiz