Hoe weet je het verschil?
1. Vind de persoonsvorm in de zin: verander bijvoorbeeld de tijd.
Koen betaalt. -> Koen betaalde.
Koen heeft betaald. -> Koen had betaald.
2. Kies de juiste spelwijze:
pvtt 2e (jij) en 3e persoon (hij/zij/het): ik-vorm + t
voltooid deelwoord: 't sexy fokschaap
betalen -> L staat niet in het fokschaap -> Koen heeft betaald.
pakken -> K staat in het fokschaap -> Koen heeft gepakt.