T4 Leren 2V

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Thema 4 wat te leren

• Jas uit
  
• Spullen op tafel
  

       Leerwerkboek, schrift

• Tas van tafel

Kennen/Kunnen

• Je weet de belangrijkste onderwerpen per basisstof

Algemene tips

• De gekleurde woorden in de tekst zijn kernbegrippen. Deze moet je altijd kennen! Leer ze m.b.v. Quizlet
• De opdrachten helpen je oefenen voor de toets, maak ze en kijk ze ook goed na! 
• Oefen door lessonups terug te kijken, BVJ online, Biologiepagina.nl, Quizlet

B1 De puberteit

• Je kunt voorbeelden geven en herkennen van geslachtskenmerken, daarbij ken je het verschil tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken.
• Je kunt voorbeelden geven van zowel lichamelijke als geestelijke veranderingen tijdens de puberteit. 

B2 Een vrouw

• Je kunt de functies beschrijven van de onderdelen van afb 2 en 4. Je kunt deze onderdelen ook herkennen en benoemen.
• Je kunt uitleggen wat er tijdens de verschillende dagen van de menstruatiecyclus gebeurt in het lichaam van een vrouw.
• Je kunt beschrijven wat een follikel is en welke functie deze heeft tijdens de verschillende stappen van de menstruatiecyclus.
• Je kunt beschrijven welke impact het wel of niet bevrucht worden van een eicel heeft voor de menstruatiecyclus.
• Je kunt afb. 8 begrijpen en uitleggen wat er op te zien is
• Je kunt voorbeelden geven van 'materialen' die een vrouw kan gebruiken tijdens de menstruatie
• Je kunt uitleggen wat hormonen zijn en welke rol de hypofyse daarbij speelt

B3 Een man

• Je kunt de functies beschrijven van de onderdelen van afb 2, 3 en 4. Je kunt deze onderdelen ook herkennen en benoemen.
• Je kunt beschrijven wat er met de verschillende onderdelen van het mannelijk voortplantingsstelsel gebeurt tijdens een orgasme/klaarkomen
• Je kunt beschrijven hoe zaadcellen eruit zien en hoe deze verschillen van eicellen.

B4 Seks enzo

• Je kent verschillende seksuele oriëntaties en weet wat deze inhouden.
• Je kunt uitleggen wat gender is (en waar het uit bestaat) en op welke manier het verschilt van sekse, dit kun je ook in verband brengen met cis/transgender.
• Je kunt grensoverschrijdend gedrag herkennen en je mening erover onderbouwen

B5 en 7 Veilig vrijen

• Je kunt uitleggen wat periodieke onthouding en coitus interruptus inhoudt, daarnaast kun je uitleggen waarom deze methoden onbetrouwbaar zijn.
• Je kunt de werking van de volgende voorbehoedsmiddelen beschrijven: (vrouwen)condoom, de (anticonceptie)pil, Nuvaring, prikpil, anticonceptiepleister, anticonceptiestaafje en spiraaltje
• Je kunt uitleggen hoe een zwangerschap alsnog kan worden afgebroken d.m.v. de morning-afterpil of abortus
• Je kunt de gevaren en symptomen van de SOA's: Chlamydia en Aids benoemen.
• Je kunt uitleggen wat sterilisatie is en hoe het ervoor zorgt dat iemand geen kinderen meer kan krijgen/verwekken

B6 Zwangerschap

• Je kunt uitleggen wat er gebeurt tijdens en kort na de bevruchting van een eicel.
• Je kunt uitleggen wat er gebeurt tijdens de innesteling.
• Je kunt beschrijven hoe het embryo aan zijn eten, drinken, zuurstof, etc. komt tijdens de verschillende stadia van de zwangerschap.
  
• Je kunt uitleggen wat er te zien is in afbeelding 2 en 3
• Je kunt de onderdelen van afb. 5 en 6 herkennen en benoemen.
• Je kunt de taken van het vruchtwater en de vruchtvliezen benoemen.
• Je kunt voorbeelden geven van manieren waarop de ontwikkeling van het embryo kan worden bijgehouden.

B8 De geboorte

• Je kunt de gebeurtenissen tijdens de ontsluiting, uitdrijving en nageboorte opsommen.
• Je kunt de verschillende liggingen van een baby herkennen en uitleggen welke impact deze hebben op de bevalling.

Opruimdienst

Vandaag zijn dit

• Tafels leeg en recht
• Stoelen aangeschoven
• Grond vrij van afval