Regel rond korte en lange klank
Lange klank in gesloten lettergreep schrijf je met 2 tekens
zaag; veer; bier; boor; duur
Lange klank in open lettergreep schrijf je met 1 teken: hij wordt lang
da-gen; be-ren; ki-lo; bu-ren
Korte klank in gesloten lettergreep schrijf je met 1 teken. Aan het eind van een lettegreep wordt hij lang en moet je het teken erachter verdubbelen
tas; mes; vis; vos; mus; tas-sen; mes-sen; vos-sen; mus-sen