M4c -- 11-09-2024

M4c -- 11-09-2024
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

M4c -- 11-09-2024

Slide 1 - Slide

Summary
- NewsRound
- Questions / Negations / Negative Questions [explanation]
- Questions / Negations / Negative Questions [practise]
- Exit Ticket

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Lesson goals
At the end of this lesson you know how to make:
Questions 
Negative questions
Negations (ontkenningen)

Slide 4 - Slide

Voor we beginnen; wat zijn ook al weer de hulpwerkwoorden in het Engels?

Slide 5 - Slide

Bij de hulpww: can could, will, would, shall should, must, may, might, have, BE: am, is , are, was, were
gebruik je hetzelfde werkwoord om een vraag of ontkenning te maken
Bij ALLE andere ww heb je to do nodig om een vraag of ontkenning te maken
vb. She likes dogs  het hele ww = like dit is geen hww
dus heb je do nodig om een vraag of ontkenning te maken
Does she like dogs?

Slide 6 - Slide

Is de persoonsvorm van een zin een hulpwerkwoord dan:
- mag je de persoonsvorm vooraan in de zin zetten om er een vraagzin van te maken.
- mag je not/ 'nt aan de persoonsvorm plakken.
She was late this morning.
Was she leate this morning
She wasn't late this morning

Slide 7 - Slide

Maar....
Is de persoonsvorm een gewoon werkwoord dan:
moet je het werkwoord to do gebruiken.
They go to school every day.
 Do they go to school every day?
They don't go to school evey day.

Slide 8 - Slide

en denk aan de verleden tijd!
Alleen de persoonsvorm staat in de verleden tijd!
They played football every weekend last year.
Did they play football every weekend last year?

Slide 9 - Slide

stap 1-> zoek het ww = run -> dit is GEEN hww dus heb je do nodig

The children kun je vervangen door they
Do the children always run to school?

als je deze zin vragend ontkennend wil maken maak er don't  van dus:
Don't the children always run to school?

Slide 10 - Slide

He went to school
stap 1 -> in welke tijd staat de zin? verleden tijd 
stap 2-> zoek het ww = went
stap 3-> wat is het hele ww? -> go
stap 4-> is dit een hww? nee dus je hebt do nodig maar wel in de vt -> did

Did he go to school? 

als je do of did hebt gebruikt dan is het ww daarna altijd het hele ww 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Let's practise!
Next, I will give you a worksheet to do.

There are 10 sentences on this sheet. 

Your job is to create a question and a negation of these sentences.

Done? Come show me the answers. If all of them are correct, you need to fill in an exit ticket. Did that correctly? You get to leave class!

REMEMBER! HAND IN YOUR WRITING ASSIGNMENT BEFORE MONDAY'S CLASS!!

Slide 14 - Slide