What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica les 7: herhaling zinsontleding en kww
Nederlands
Grammatica 2
Les 7:
Havo 2
P1 2023-2024
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Grammatica 2
Les 7:
Havo 2
P1 2023-2024
Slide 1 - Slide
Terugblik
...in de vorige lessen hebben we zinsontleding herhaald.
...hebben we gekeken naar het wwg en het nwg.
...hebben we gekeken naar zww, kww en hww.
Slide 2 - Slide
Vooruitblik
- 10 minuten lezen
- Grote Grammaticaquiz
-Evt. theorie herhalen zinsontleding
- Herhalingsoefeningen maken (zinsontleding en kww)
Slide 3 - Slide
De Grote Grammaticaquiz
Slide 4 - Slide
Wat is het allereerste zinsdeel dat je zoekt als je een zin ontleedt?
A
onderwerp
B
persoonsvorm
C
werkwoordelijk gezegde
D
het zelfstandig werkwoord
Slide 5 - Quiz
Wat is de pv in de volgende zin:
Niemand van ons scheen dat te weten.
A
niemand
B
ons
C
scheen
D
weten
Slide 6 - Quiz
Wat is het wwg van de volgende zin:
Hij probeert wel vaker schreeuwend de klas binnen te komen.
A
probeert binnen te komen
B
probeert schreeuwend
C
probeert schreeuwend te komen
D
probeert schreeuwend binnen te komen
Slide 7 - Quiz
Wat is het wwg van de volgende zin:
Trek nooit fietsend je schoenen aan.
A
trek
B
trek aan
C
trek fietsend
D
trek fietsend aan
Slide 8 - Quiz
Hoe vind je het onderwerp van de zin?
A
wie
B
wie doet het
C
wie of wat doet het
D
wie of wat + gezegde
Slide 9 - Quiz
Hoe vind je het naamwoordelijk gezegde?
A
ow 'is iets' + alle ww + deel wat ow is
B
ow 'is iets' + alle ww
C
ow 'doet iets' + alle ww + deel wat ow is
D
wie is iets
Slide 10 - Quiz
Wat hoort NIET bij het naamwoordelijk gezegde?
A
werkwoorden
B
ow 'is'
C
ow 'doet'
D
koppelwerkwoorden
Slide 11 - Quiz
Hoe kun je checken of een zinsdeel écht het naamwoordelijk deel is?
A
het zegt altijd iets over wat je doet
B
het zegt altijd iets over het onderwerp vd zin
C
het zegt altijd iets over wat je bent
D
het zegt altijd iets over wat je wilt worden
Slide 12 - Quiz
Wat is 'een dikke vette onvoldoende' voor zinsdeel:
De docent gaf alle leerlingen een dikke vette onvoldoende.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
naamwoordelijk deel
Slide 13 - Quiz
Wat is 'Wie van jullie' voor zinsdeel:
Wie van jullie kan deze zin goed ontleden?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
naamwoordelijk deel
Slide 14 - Quiz
Wat is 'brugwachter' voor zinsdeel:
De brugklasleerlingen willen allemaal wel brugwachter worden.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
naamwoordelijk deel
Slide 15 - Quiz
Wat is 'de docent' voor zinsdeel:
Niemand durfde de docent iets te vragen.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
naamwoordelijk deel
Slide 16 - Quiz
Wat is 'helemaal gek' voor zinsdeel:
Ben je helemaal gek geworden?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
naamwoordelijk deel
Slide 17 - Quiz
Wat is 'ons ontbijt' voor zinsdeel:
Op zondagochtend werd ons ontbijt op bed gebracht.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
naamwoordelijk deel
Slide 18 - Quiz
Wat is 'ons' voor zinsdeel:
De mentor heeft ons de nieuwe klasindeling laten zien.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 19 - Quiz
Wat hoort NIET bij de bijwoordelijke bepaling?
A
waar
B
wanneer
C
wie of wat
D
waarom
Slide 20 - Quiz
Wat is GEEN bijwoordelijke bepaling:
Om half 9 waren de meeste van jullie tijdens de les Nederlands nog niet helemaal wakker.
A
om half 9
B
tijdens de les Nederlands
C
nog niet
D
helemaal wakker
Slide 21 - Quiz
Hoeveel bijwoordelijke bepaling telt de volgende zin:
De meeste leerlingen van V2h hebben de grammaticaquiz goed voorbereid.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 22 - Quiz
Is dit een zin met een ng of een wg?
Er kan er maar één de winnaar zijn.
A
nwg
B
wwg
Slide 23 - Quiz
Vond je de quiz nog erg lastig?
Kijk nog eens goed de theorie over grammatica door op slides 25 t/m 34.
Quiz ging goed? Maak de laatste oefeningen op slides 35 t/m 45.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde zegt wat iemand of iets (het onderwerp)
IS
(of wordt of blijft).
Slide 31 - Slide
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
In de zon
zijn
de beelden
prachtig
.
Dus, het naamwoordelijk gezegde is: zijn + prachtig.
De beelden ZIJN iets, namelijk prachtig (toestand/conditie).
Slide 32 - Slide
Werkwoordelijk gezegde (WG)
Het werkwoordelijk gezegde is
een zinsdeel.
Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.
De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp
‘doet’ of ‘overkomt’.
Let op: het woordje te voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde!
VOORBEELD; Ik heb veel te doen.
werkwoordelijk gezegde: heb te doen
Slide 33 - Slide
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Het
werkwoordelijk gezegde
zijn
alle
werkwoorden in een zin.
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Slide 34 - Slide
Schrijf zo duidelijk mogelijk op wat een naamwoordelijk gezegde is.
Slide 35 - Open question
Zie, de maan schijnt door de bomen.
A
kww
B
zww
Slide 36 - Quiz
Hij schijnt nogal lastig.
A
kww
B
zww
Slide 37 - Quiz
ZWaBBeLS
zijn - worden - blijven
blijken - lijken - schijnen
heten, dunken, voorkomen
Slide 38 - Slide
De vier stappen
Zoek het
belangrijkste ww
in de zin.
Kan dit een kww zijn?
Kun je het vervangen door een ander kww?
Koppelt het
werkwoord
een
eigenschap/kenmerk
aan het
onderwerp
?
Slide 39 - Slide
Een operatie aan je keelamandelen schijnt (1) op hogere leeftijd bijzonder vervelend te zijn (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww
Slide 40 - Quiz
Super Mario zal (1) altijd de held uit mijn kinderjaren blijven (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww
Slide 41 - Quiz
Ondanks de aanwezigheid van de politie zijn (1) de betogers in groepjes teruggekomen (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww
Slide 42 - Quiz
De negentigste verjaardag van mijn overgrootmoeder is (1) een groot feest geweest (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww
Slide 43 - Quiz
De weersvoorspelling voor komend weekend blijkt (1) gunstig te zijn (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww
Slide 44 - Quiz
Mijn grootouders zijn (1) een maand langer in Thailand gebleven (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww
Slide 45 - Quiz
Het veulen blijkt (1) vannacht uit de wei te zijn (2) verdwenen (3).
A
1 = hww 2 = kww en 3 = zww
B
1 = zww 2 = hww en 3 = hww
C
1 = hww 2 = hww en 3 = zww
D
1 = hww 2 = hww en 3 = kww
Slide 46 - Quiz
Wat heb je nu geleerd over het koppelwerkwoord?
Slide 47 - Mind map
Al klaar en nog extra oefenen met het kww, hww en zww? Ga dan naar de volgende slide.
Slide 48 - Slide
nederlandsindeonderbouw.weebly.com
Slide 49 - Link
Je bent klaar met de les.
Goed gedaan en heel veel succes met de voorbereidingen van de eindtoets!
Slide 50 - Slide
More lessons like this
Grammaticaquiz g2b
October 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
wk 13: les 2 (grammatica les 7)
March 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
wk 13: les 2+3 (grammatica les 7+8)
March 2022
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde en werkwoorden
April 2021
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
herhaling t/m bwb 2HVd les 4
March 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-3
Grammatica zinsdelen - H.4 Naamwoordelijk gezegde
February 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
les 28/5: wg/ng activerend
May 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Week 16 les 3 voor vwo: NWG met VZV
April 2020
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2