1h Chapitre 3 les 6 1Q

Bonjour 1Q
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bonjour 1Q

Slide 1 - Slide

Programme
- Kahoot woorden bloc A.
- Corriger bloc B 9,10,11
- Grammaire bloc D
- Travail individuel / mondeling 
- Bloc C uitspraak
- Quizlet kloktijden

Slide 2 - Slide

Les mots de bloc A
Kahoot 

Slide 3 - Slide

Exercice 9
Op de wereldbollen aangeven: Montréal in Canada, Dakar in Senegal en Lausanne in Zwitserland.
Exercice 10b
Fiche d'identité
Nom: Anna Âge: 12 ans/12/douze/douze ans
Pays: Canada
Opinion sur l’école: smiley super
Fiche d'identité
Nom: Dethie Âge: 12 ans/12/ douze/douze ans
Pays: Sénégal/Senegal
Cours le weekend: oui
Vervolg exercice 10b
Fiche d'identité
Nom: Noah Âge: 13 ans/13/treize /treinze ans
Pays: Suisse
Va à l'école: à pied
Exercice 10c
1 Nee, op school dragen de leerlingen een uniform.
2 De docent is leuk en Dethie heeft nooit huiswerk voor gym.
3 Hij is woensdagmiddag vrij.
Exercice 11
1 week                     3 ochtend      5 rugtas
2 beginnen           4 talen             6 huis








Slide 4 - Slide

Grammaire bloc D  p. 112

Slide 5 - Slide

Ik
Jij
Hij
Zij (👩🏼)
Wij / Men
Wij
Jullie / U
Zij (👩🏼👩🏼)
Zij (👨🏽👨🏽)
Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles

Slide 6 - Drag question

Welke werkwoorden kun je al vervoegen in het Frans?

Slide 7 - Mind map

avoir = hebben
vb.   ik heb = j'ai
werkwoorden op -ER
vb. habiter= wonen      jij woont = tu habites

Slide 8 - Slide

être = zijn
Je suis Tara = Ik ben Tara

Ik ben                    = je suis
jij bent                  = tu es
hij/zij/men is     = on est

wij zijn                  = nous sommes
u / jullie zijn       = vous êtes
zij zijn                   = ils /elles sont


Slide 9 - Slide

Fais attention!
avoir = hebben       jij hebt= tu as
être = zijn                  jij bent= tu es


avoir= hebben       zij hebben = ils / elles ont
être= zijn                  zij zijn          = ils / elles sont

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

être
=
 zijn




il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 12 - Drag question

Travail individuel / mondeling
Zelfstandig werken aan: 12, 17 ,18 + opdracht kloktijden 
Slim stampen: Bloc B + D (être) Probeer 70% te halen.


Questions? 
Lève le doigt !

Slide 13 - Slide

Bloc C    p.110-111

é
è

Slide 14 - Slide

Les heures
Quizlet ; de kloktijden

Slide 15 - Slide

Devoirs

Faire exercices: 17, 18 + opdracht kloktijden
 Apprendre: bloc B + D



Slide 16 - Slide