Atoommassa en molaire massa

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Atoommassa en molecuulmassa

Atoommassa

De massa van een waterstofatoom is 1,66*10^-27 kg

Niet zo handig...

Daarom is de atomaire massa-eenheid bedacht, dat is de u. 

1 u = 1,66*10^-27 kg.

Atoommassa 

Atoommassa's van ieder atoom kun je aflezen in 

het Periodiek systeem.

Zo is de massa van 

element P = 30,97 u. 

Relatieve atoommassa 

Relatieve atoommassa: gemiddelde atoommassa die wordt berekend door rekening te houden met het voorkomen op aarde van de verschillende isotopen. 

Voorbeeld Chloor: 

75,8% Cl-35 en 24,2% Cl-37

Molecuulmassa's 

Hier tel je de atoommassa's bij elkaar op van alle atomen in één molecuul

Voorbeelden NaCl en Al₂O₃: 

De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,99 + 1 x 35,45 = 58,44 u

De molecuulmassa van Al2O3 = (26,98 x 2) + (3 x 16,00) = 101,96 u

Molecuulmassa's 

Voorbeeld H₂O:

1. Zoek de massa op van H

2. Zoek de massa op van O

3. De molecuulmassa van H₂O = (2 x H) + (1 x O)

Aan de slag!

Bereken de molecuulmassa van:

• CH₃Cl
• Glucose: C₆H₁₂O₆
• Methaan: CH₄
• HNO₃
• MgBr₂
• P₂O₃
• CuSO₃ 

Antwoorden

Bereken de molecuulmassa van:

• CH₃Cl: 50,484 u
• Glucose C₆H₁₂O₆: 180,156 u
• Methaan CH₄: 16,04 u
• HNO₃: 63,018 u
• MgBr₂: 184,11 u
• P₂O₃: 109,94 u
• CuSO₃: 143,61 u

Wat gaan we doen vandaag

• Herhalen
• Nakijken opdrachten 4, 5, 6 & 7
• Gezamenlijk maken opdr 3 en 4
• Zelfstandig werken

Molecuulmassa's 

Hier tel je de atoommassa's bij elkaar op van alle atomen in één molecuul

Voorbeelden NaCl en Al₂O₃: 

De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,99 + 1 x 35,45 = 58,44 u

De molecuulmassa van Al2O3 = (26,98 x 2) + (3 x 16,00) = 101,96 u

Wat is de molecuulmassa van
C weegt 12,01 u en O weegt 16 u

CO₂?

1. 24,02 u
2. 40,02 u
3. 44,01 u
4. 28,01 u

Wat is het getal van Avogadro?

1. 6,02*10^23
2. 2,06*10^23
3. 6,02
4. 2,06

Koppel de afkorting aan de omschrijving

N

n

N_A

Getal van Avogadro

Aantal deeltjes

aantal mol

Begrippen van hoeveelheid

• Duo
• Een paar
• Kwartet
• Dozijn 
• Gros
• MOL !

Een dozijn eieren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een vaste hoeveelheid.

Begrippen van hoeveelheid

• De mol is een vaste hoeveelheid.
• 1 mol = 6,02*1023 (deeltjes)

 

Dus 1 mol waterstof bestaat uit evenveel deeltjes als 1 mol goud!

Hoeveel mol H zit er in 0,5 mol

H₂O

1. 0,5 mol
2. 1 mol
3. 2 mol
4. 0 mol

Hoeveel mol O zit er in 2,1 mol

CO₂

1. 2,1 mol
2. 1 mol
3. 2 mol
4. 4,2 mol

Opdr 4

Hoeveel koolstofmono-oxidemoleculen zitten er in 12 mol CO?

7,2·10²⁴ koolstofmono-oxidemoleculen 

Opdr 5

Je hebt 6,79·10²⁵ P₂O₃-moleculen. Wat is de chemische hoeveelheid P2O3? 

113 mol

Opdr 6

Bereken hoeveel moleculen NO₂ aanwezig zijn in 4,05 mol NO2-gas

2,44·10²⁴ moleculen

Opdr 7

Bereken de molaire massa van de gegeven stof:

M(C₅H₁₂) = 

M(CuSO₃) = 143,6 g/mol

M(BeF₂) = 47,01 g/mol

M(H₂Se) = 80,98 g/mol 

Opdr 2

Hoeveel H-atomen zitten er in 66 moleculen benzeen, C₆H₆? 

396 H-atomen

Opdr 3

Hoeveel mol zuurstofatomen zitten er in 0,87 mol MnO₂? 

1,74 mol

Aan de slag!

Ga verder met de opdrachten van het stencil (8 t/m 13)

1,74 mol

Aantal deeltjes

 

N = n * N_A of n = N/N_A 

N = aantal deeltjes

N_A = getal van Avogadro

n = hoeveelheid mol